Graaf Willem III verkoopt Nicolaas Hendriksz. van Wissenkerke al het ambacht op Noord-Beveland in Wissenkerke en Soelekerke dat hem was aangekomen na de dood van Lauward en Hendrik, zoons van Gillis Lauwardsz., welk ambacht voor een derde vrij zal zijn.
Clais Henricx z. van Wissenkerke.
De datering 'zondag op half april' is niet eenduidig geformuleerd; afschrift B heeft 'zondag voor half april', hetgeen door Muller is nagevolgd, die zodoende tot de datum 10 april kwam. Gezien evenwel de samenhang met het volgende nr. ZE 635, gedateerd 'zaterdag op half april', zal 'op' in beide gevallen wel geïnterpreteerd moeten worden als 'onmiddellijk na'.
Wi Willaema graveb van Heynegouwenc, van Hollandd, van Zellande ende here van Vrieslandf make cond allen ludeng dat wi Claish Henricsi sone van Wissenkerkej vercoft hebben al onse ambocht ligghende in Noirtbevelandk te Wissenkerkel ende te Zoetelinkerke, beyde binnen dorps ende butenm dorps, also groit alst ons anecomen es van Lauwarden ende Henrickeo Gillisp Lauwardsq sons kinder doit, elc ghemet bider maten omme dertich penninghe groter coninx Tornoyser, dair hi onsen rentemeester Janne Henrix sone ghenoech of ghedaen heeft; ende dit ambocht zal wesen terdendeel vri, endes hem en sal gheen penninclient volghen.
In orconde desen brieve beseghelt met onsen zegheleu. Ghegheven te Valenchinv des zondaghes upw half aprel int jair ons Heren M° CCC° vierende dertich.