Graaf Willem III treft een schikking met Simon Maudenz., Pieter en Allard, de erfgenamen van Pieter Allards van Vlissingen, en scheldt hun de vordering kwijt die hij op laatstgenoemde had vanwege de roof op zee van goederen van Herman van Nieuwenhove.
Symon Mauden z., Pieter ende Allart Pieter Allartsa z.
Wi Willemb gravec van Heynnegouwend, van Hollande, van Zeelandf ende here van Vrieslantg maken cont allen luden dat Symon Mauden sone, Pieter ende Allairt, Pieter Allairts erfnamen van Vlissinghenh, jeghens ons verdinghet hebben van sulker broeke als wi Pieter Allairt voirs. eyskende waren alse van den goede dat op die zee ghenomen was ende Harman van Niewenhoveni toe behoirde, omme twie ende dortich pont grote dair si Jan Heynrixj sone onsen rentemeyster ghenoich of ghedaen hebben; ende scelden Pieter Allairtsk erfnamen dair of quite.
In orconde desen brieve bezeghelt met onsen zeghelel. Ghegheven in Middelburchm des dinxendaghes voir sinte Symon ende Juden dach int jair ons Heren M° CCC° XXXIIII°.