ZE 676
1336 september 12
Den Haag
Graaf Willem III geeft de abdis van Rijnsburg en haar gewaarde boden toestemming loslopend vee op hun zeedijk op Walcheren te schutten, zoals zij ook op hun landen en korenvelden mogen doen.
A: AGH 304 (klein register Zeeland), f. 132r, nr. 675 (primaire registratie).
B: AGH 303 (groot register Zeeland), f. 106r, nr. 666 (na 1333 sept. 19-wrs. vóór ca. 1340 mrt., naar A).
Opschrift:
Die abdisse van Reynsburch.
Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 586.
Willaem ..grave van Heynnegouwena, van Hollandb ende here van Vrieslandc maken cond allen luden dat wi der abedissend van Reynsburch ende haren ghewairden boeden in Walgheren oirlof ende macht gheven mid desen brieve te scutten op horen zedijce in Walgheren, gheliken dat zi scutten moghen op haren lande ende in haren coirne; dit sal gheduren tot onsen wedersegghen.
Ghegheven in die Haghe des donresdaghes na onser Vrouwen dach nativitas int jair ons Heren M° CCC° ses ende dortich.
[Dienstaantekening:]
Per dominum et commune consilium; G. Alewinif.
a
Heynn. AB.
–
b
Holl. A.
–
c
etc. i.p.v. van Holland ... Vriesland B.
–
d
hier en hierna delen van letters verdwenen in een vouw in het perkament B.
–
e
zeedijc B.
–
f
G. Alewini ontbr. B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: abdis van Rijnsburg