Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B ZH_G_X004r_024_1 C ZH_K_X006r_024_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 4r, nrs. 25-26 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
Opschrift:

Jan Robbijns z. vanden Bergea.

C: AGH 290 (klein register Zuidholland), f. 6r, nrs. 25-26 (wrs. 1325 aug. 1-1331 juli 23, naar A).
Opschrift:

(boven de notitie onder de oorkondetekst:) Zes mergen lants in Wouter Nanne zs. zate ende vyf mergen in heeren Arnouts sate in Strevelantb; eerste updracht ende weder ontfaen te leen.

Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 86, ad 1320 mei 9.

Het is niet zeker of in de datering de Kruisdag inventio (3 mei) wordt bedoeld of de Kruisdag exsultatio (14 september). De laatstgenoemde feestdag is in de dateringen van de Hollandse oorkonden gebruikelijker dan de eerste, en Kruisdag zonder nadere toevoeging verwijst over het algemeen eerder naar de feestdag in september. Bovendien lijkt het in het onderhavige geval wat vreemd om de vrijdag na Hemelvaart (in 1320 vallend op 8 mei) te omschrijven als vrijdag na Heilig Kruisdag, welke laatste dag de zaterdag ervoor viel. Anderzijds lijkt het itinerarium van Willem III eerder naar mei te wijzen. In 1320 verbleef de graaf zowel op 6-10 mei in Dordrecht als op 14-17 september. Beide keren was hij op weg naar Le Quesnoy: in mei is hij aldaar op de 13e geattesteerd, in september op de 21e – dus twee dagen na de mogelijke beoorkonding in Dordrecht op de 19e. Dat is dan wel een heel snelle reis. De omringende oorkonden in het register geven in dit geval geen houvast: die zijn uit 1318 en 1319.

De op de oorkondetekst volgende aantekening is waarschijnlijk niet een samenvatting van een zelfstandig uitgevaardigde oorkonde, gezien het geheel ontbreken van formele tekstelementen (zoals een datering, die in dit soort notities toch vaak gehandhaafd blijft) en de afwezigheid van een dienstaantekening.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Wi Willaemc grave etc. maken cont allen luden dat Jan Robbijns soen van den Berghe bi onsen oerlove vercoft hevet an eyghen onse hoeve van achte morghen lants in Stolwijcd boven der kerc leghende alre naest Tielen lande oestwaerd, die hi van ons in liene te houden plach, enen knaep hiet Gherolf Lillee; ende van desen voirs. lande so gheven wi desen voerseyden Gherolf enen vrien eyghendum met desen brief.

Ghegheven tote Dordrechtf des vridaghes na des Heylichcrues dach int jaer ons Heren Mo CCCo ende twintich.

 

Voer dit land soe hevet Jan Robbijnts sone voirseyt mijn here opghedraghen zes morghen lands in Wouter Nannen soens zaete ende vijf morghen in heren Arnouds zate van den Vene; dit land es gheleghen in Streveland, ende hevet ontfaen van mijn here te leene.

[Dienstaantekening:]

Per dominosg Zudensemh, Symoni de Benthemj et alios.

a
Berg. B.
b
of Stienelant? C.
c
Will. C.
d
Stolwic C.
e
Gherolflille BC. 
f
Dordr. C.
g
de laatste letter deels verdwenen onder een vlek (correctie?) B; dominum C.
h
Zuden. C.
i
Sy. B; Sy C.
j
Bēth B; Benthē C.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Gerlof Lille