Graaf Willem III beleent zijn knaap Foppe Bezemaar met het 'kerkoord' in het ambacht Tolloisen, vrij van drie nader omschreven lasten; voorts regelt hij de vererving van het leen.
Voppe Bezemaer.
Die kerckoert gelegen in ambocht van Tolenzen.
In beide kopieën B en C breekt de tekst op dezelfde plaats abrupt af; blijkbaar hield ook het afschrift in de verloren primaire registratie A hier op. Weggevallen is daardoor ook de datering van de oorkonde. Juist op deze plaats geeft de registratie niet veel houvast: het stuk wordt voorafgegaan door een oorkonde uit september 1320 en gevolgd door een reeks teksten uit de zomer en het najaar van 1319. De onderhavige oorkonde zal wel ergens in beide genoemde jaren zijn te dateren.
Het 'kerk oord ' is mogelijk op te vatten als land rond de kerk, 'kerkbuurt' (zie MNW s.v. ort, bet. 6).
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. maken kont ende kenlic allen luden dat wi Voppec Bezemaerd onsen trouwen knape ghegheven hebben ende gheven die kerkee hoertf die gheleghen is int ambocht van Toleuzeng, dijc vri, tienden vri ende van allen waterghanc vri, ende dese kerke hoerth voerseyt sal Voppe Bezemaeri ende sine kindere, die een na den andere, die hi heeft bi Victoriej sinen wive jof bi hore hierna winnen mach, jof dochtren, houden van ons ende van onsen nacomelinghen tek rechten eerfleenel also langhe alser enich van hem luden leeft; ende na horerm doet zoe salt hore naeste eerfnamen houden van ons ende van onsen nacomelinghen te rechten leene, ende na Voppen doet zo sal Victorie [***]
Per dominum vel dominos Zudenzemn, Symono de Benthemp, Gherardq Raphorstr et Jan Didewif.