Graaf Willem III verklaart dat naar zijn wens Jan heer Gillijsz., poorter van Dordrecht, het ambacht Barendrecht heeft gekocht van de heer van Horn en Altena, en bepaalt dat Jan hem daarvoor op dezelfde wijze zal dienen als de andere ambachtsheren.
Jan sheren Gillijs z. atambocht van Barendrecht.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaemb grave van Henegouwenc etc. maken kond allen luden dat bi onsen wille es dat Jan seren Gillijsd sone, onse poirter van Dordrechte, dat ambocht van Barendrecht ghecoft hevet jeghens den here van Hornef ende van Althanag, ende dat wi dien coep vast ende ghestade houden zullen; ende daer of sal hi ons dienen ghelike dat ons doen onse ander ambochts heren.
In orkonde desen brieve etc.h Ghegheven Tordrechti desj donresdaghes na sinte Pieters daghe tenk inghaende oechst int jaer ons Herenl M CCC ene ende twintich.
Per dominum Zudensemm, abbatem de Middelburchn, Symono de Bentenp et alios.