ZH 186 bis
1311 september 29
Nicolaas heer van Putten en Strijen en Aleid vrouwe van Putten en Strijen bepalen dat hun dochter Aleid na hun dood een jaargeld van in totaal 500 pond Hollands zal ontvangen uit verschillende goederen, welke rente zij in erfleen zal houden van hun oudste dochter Beatrijs, die deze rente onder bepaalde voorwaarden mag lossen voor een bedrag ineens; graaf Willem III belooft Aleids rechten te zullen beschermen en zegelt de oorkonde mede.
Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 120-121, op datum van de gevidimeerde oorkonde.
De tekst van deze oorkonde in geïnsereerd in een vidimus d.d. 1325 juni 6 door de abt van Ter Doest, nr. ZH 186 in dit register; zie aldaar.
Oorkonder: Nicolaas heer van Putten en Strijen en Aleid vrouwe van Putten en Strijen
Destinataris: Aleid, dochter van Nicolaas en Aleid, heer en vrouwe van Putten en Strijen
Namen:
Trefwoorden: