Graaf Willem III verklaart dat met zijn toestemming Willem van Duivenvoorde, zijn kamerling, diens echtgenote jonkvrouw Heilewijf, dochter van heer Zweder van Vianen, een lijftocht heeft geschonken van 500 pond zwarten Tournois, op te brengen uit diverse met name genoemde goederen; een aantal bij naam genoemde ridders en knapen treedt op als getuigen.
Willam van Duvoirde.
Een streep door het begin van de tekst.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond allen luden dat Willaem van Duvenvoirde onse trouwe camerlinc met onser hand ghemact heft joncfrouwe Heylewijf sinen wive, heren Zuedersc dochter van Vyanen, toit horer lijftochte vijf hondert pond d zuarter Tornoysee sjaers, den groten over sestien penninghe gherekent, in manieren: waer dat sake dat Willaem storve eer si ende si ghene kinder en hadde bi Willame, so soude si behouden die vijf hondert pond zuarter Tornoyse sjaers tot horer lijftochte, mar storve Willaem eer si ende Willaem kinder bi hoir hadde, zo en soude si behouden mar vier hondert pond zuarter Tornoyse sjaers toit horer lijftochte.
Ende dese renten heeft hoir Willaem bewiset ende ghemact: op den tiende in die Liere die heren Vranken van Hoyledef was tachtich pond zuarter Tornoyse sjaers; uten tiende toit Noetorpg van achte hoevenh dertich pond zuarter Tornoyse sjaers; uten tiende tote Haiswardsi woudej vijftich pond suarter Tornoyse sjaers die heren Pieters van Leyden waren; uter tollen van Niemands vriendk vijftich pond zuarter Tornoyse l die Jans van Brandenborch waren; uter tollen van Ammers ses ende dertich pond zuarter Tornoyse sjaersm die Florens van Juitfaesn waren; ute den dertien morghen lands in Maselandero ambocht die Janp Coppen soens waren twie ende twintich pond zuarter Tornoyse sjaers; uten vere van Alemonde, tinseq ende ene morghen lands dair thuys op staet ses ende vijftich pond suarter Tornoyse sjaers; uten vere in den Polre sestien pond zuarter Tornoyse sjaers; ute den smaeltiende van Almonde ende van Dubbelmonde viertich pond suarter Tornoyse sjaers; uten Gheerlander vijftich pond zuarter Tornoyse sjaers; ute den corens tiende van Almonde ende van Dubbelmonde boven dien dat Willaem cofte jeghens Willaemt van Horneu tseventich pond zuarterv Tornoyse sjaers. Dit coemt in w summe vijf hondert pond zuarter Tornoyse sjaers; ende waer dat sake dat dit goed voirscreven sjaers meer renten danne joncfrouwe Heylewijfx lijftochte jaerlix beliepe, dat souden op boreny Willaemsz kindere jof die ghene dairt met enen rechte op quamen.
Hier over waren onse lieve ende ghetrouwe hair Daniela' van der Merewedeb', hair Dieric borchgrave van Leyden, hair Arntc' van IJselsteyned', hair Jan van den Silee', ridderen, Jan van Arcle, Jan van Polanenf', Mathijs Renghersg' sone ende Enghebrecht van Voirscotenh', knapen. Ende in deser lijftochte voirscreven gheloven wi te houden joncfrouwe Heylewijf voirseyd als wi sculdich sijn te doene na sede ende custume van onsen lande.
In oirkonde etc. Ghegheven toit Sinte Gherdeni' berghej' op sinte Marcusk' dach ewangeliste int jaer ons Heren M CCC zeven ende twintich.
- graaf Willem III
- Henegouwen
- Willem van Duivenvoorde, kamerling
- jonkvrouw Heilewijf, dochter van heer Zweder van Vianen
- De Lier
- heer Frank van Hoylede
- Nootdorp
- Hazerswoude
- heer Pieter van Leiden
- Niemandsvriend
- Jan van Brandenburg
- Ammers
- Floris van Jutphaas
- Maasland
- Jan Coppenz.
- Almonde
- de Polder
- Dubbelmonde
- het Geerland
- Willem van Horn
- heer Daniel van der Merwede, ridder
- heer Dirk burggraaf van Leiden, ridder
- heer Arnoud van IJsselstein, ridder
- heer Jan van den Zijl, ridder
- Jan van Arkel, knaap
- Jan van Polanen, knaap
- Mathijs Rengersz., knaap
- Engebrecht van Voorschoten, knaap
- Geertruidenberg