Graaf Willem III schenkt meester Nicolaas Merre 6 pond Hollands per jaar, uit te keren door de rentmeester van Zuidholland.
Maistre Claes Maire.
Een streep door het begin van de tekst.
In onderstaande oorkonde wordt in de datering als jaar 1326 opgegeven, maar dit betreft waarschijnlijk een vergissing, en moet het jaartal 1327 worden gelezen. In het register Zuidholland wordt de tekst voorafgegaan door oorkonden uit juli 1327 en gevolgd door twee oorkonden uit oktober en december van dat zelfde jaar; bovendien vaardigde graaf Willem III op 24 augustus 1327 in Mechelen een gelijksoortige oorkonde uit, waarin eveneens meester Hendrik van Jodoigne en Willem kamerling in de dienstaantekening worden genoemd (Van Mieris, ChHZ II, p. 440).
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond allen ludenc dat wi om menighen dinst die ons meyster Clays Merred endee onsen luden dicken ghedaen hevet ende noch doen zal, ghegheven hebben ende gheven toit onsen wedersegghen elcs jaers tontfanghen tote ziere behoef van onsen rentemeyster van Zuythollandf telken onser Vrouwen daghe te lichmisseng VI lb. Hollandsh; ende ombieden onsen rentemeyster die nu es ofte hier na wesen zal dat hi den voirs. meyster Clayse i alle jare naj comende betale ende uytrekene van onsen renten ende telkenk termine alst voirscreven esl, ende neme van hem enen brief van betaelinghe voir ons mee te rekene in sijn uutgheven.
In orkonde etc. Ghegheven op sinte Bartholomeus dach int jaer ons Heren M CCC XXVIm.
Per dominum de Pottesn, magistrum Heynricumo etp Willelmumq r.