Graaf Willem III beleent heer Dirk heer van Herlaar, die te ziek is om hem in persoon te bezoeken, met de goederen die deze ook al van zijn voorgangers in leen had, te weten een jaarrente van 18 pond Hollands uit de tol van Dordrecht alsook tienden bij Oud-Giessen.
Idem.a
Het begin van de tekst is doorgestreept.
Eerder in de registers Zuidholland staat deze oorkonde ook al afgeschreven; zie nr. ZH 229. Zie ook aldaar voor de editie van de tekst. – De dienstaantekening Per dominum comitem et commune Consilium wordt alleen in het onderhavige nr. ZH 295 gevonden.
De datering van de kopiëring van deze tekst in het register A, in een gedeelte waarin meer oude oorkonden zijn afgeschreven, is afgeleid van de dichtstbijzijnde primaire registraties daarin (nrs. ZH 293, 297, 299).