Graaf Willem III schenkt de inwoners van het ambacht te Wieldrecht het voorrecht dat zij verschoond zullen blijven van aanspraken door derden in verband met de maagzoen, althans boven het rechtmatige zoengeld, dat wordt vastgesteld vanaf bloedverwanten in de derde graad.
Wildrecht.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi den ghenen die wonachtich sien in den ambochte teb Wijldrechtc alsulke gracie ghedaen hebben ende sulke vriheyt ghegheven hebben dat se niemant beclaghen en mach in maechsoene te brenghen, en sie hore rechte maechsoene te gheldenen, dats te verstane dat achtersuster kint V scellinghe ende dair na als sire ane gheboren sien.
In orkonde etc. Ghegheven tote Machlen op sente Ghertrudend dach int jaer ons Heren van XXVIIIoe.
Per dominum comitem et dominum Willelmumf de Duvenvoirde.