Graaf Willem III verklaart dat vrouw Sofia, vrouwe van Saffenberg, ten overstaan van hem en zijn leenmannen heeft gezworen dat het gerucht dat zij haar broer Jan van Heusden wilde vergiftigen onwaar is.
In de marge, door andere hand: Concordatus.
Sophie vrou van Saffenburch.
Het begin van de tekst is doorgestreept. – In de marge, door andere hand: Concordatus.
Wi Willaema grave etc. maken cond allen luden dat ver Sophie, vrouwe van Saffenburch, huden quam toit Sente Gherden bergheb voir ons ende voir onsen manne, ridderc ende knapen, ende zuoer te heylighen dat si halinghed onsculdich es van alsulken woirden alse van hoir ghespronghene sien alse dat si Janne van Hoesdenef, haren broeder, vergheven soude willen.
In oirkonde etc. Ghegheven tote Gorichemg des vridaghes na meyedach int jaer XXIXoh.
Per dominumi comitem et commune consilium.