Zes met name genoemde mannen stellen zich ten overstaan van de gravin van Holland borg voor Dirk van Teilingen in verband met diens voogdij over de kinderen van Gijsbrecht van Langerak, die op bevel van de graaf die voogdij en de bijbehorende emolumenten aan hem zal overdragen.
Dircx borge van Teylingea.
De tekst van deze rechtshandeling is, gezien het ontbreken daarin van de gangbare diplomatische formules, mogelijk nooit in de vorm van een oorkonde uitgevaardigd.
Vgl. nr. ZH 362.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Dit sien Dierix borghen van Teylinghenb alse van der monbairscip van Ghisebrechtsc kinder van Langherake, dat Dieric voirs. minen here die renten mit goeder rekeninghe uut reken zal ende minen here thuys te Langherake ende die monbairscip ontrumen ende op leveren zal, ist dat minen here denket dat hier recht toe hevet: hair Jan van Polanend, Jan Persijne van Velsen, Enghebrechtf die rentemeester, Gheraerdg die Ever, Ghisebrechth die scout van Hairlem ende Jan van Bloemenvenne, ghesamender hand te voldoene alse voirscreven es jof in te comen leysten te Hairlem, jof voir enen riddere II welgheboirne knapen jof voir elken knape I knape.
Ghedaen te Hairlem voir miere vrouwen van Hollandi des woensdaghes na Midvasten int jaer j XXIXo.