Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Jan Zwartinc van Schoonhoven, die van graaf (Willem III) toestemming had gekregen tot verkoop van leengoed in Amstelland, draagt de graaf ter compensatie 8 morgen land in Langerak op, dat hij in leen terugontvangt.

Gezien het in deze notitie vrijwel volledig ontbreken van de vaste diplomatische wendingen, is het mogelijk dat van deze rechthandeling nooit een oorkonde is opgemaakt.

Vgl. het in het register volgende nr. ZH 441.

Jan Zwarting^a van Scoenhove^b helt van min here den grave int land van Aemstelle land te leene, dat gaf hem min here oirlof te vercoepen ten eyghen, ende dair bi soude hi minen here alsoe goed goed op draghen ende weder van hem ontfaen ten rechten leene. Hier over heeft hi min here op ghedraghen ende weder ontfaen achte morghen lands in Langherake dair Pouwels die tolnair den eyghendom of ontfeng toit mins heren behoif, binnen desen marken legghende: die Lecke dat sude ende die Cabau^c dat noirt ende, Jan Zwertinx^d land voirs. die west zide ende Walich Harmans^e soens land die oist zide.

Dit ghesciede toit Dordrecht^f int jair van XXXIII des manendaghes na Beloken Paischen.