Graaf Willem III beleent Jan van Leiden, zoon van Domaas Lauwardsz., met het tweeëndertigste deel van Zwijndrecht dat Witteman Godeldenz. daartoe had opgedragen, welk land Witteman al was begonnen te bedijken.
Jan van Leyden.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat voir ons quam Witteman Godelden sone ende droech ons op toit Jans behoif van Leyden, Dammaes Lauwairts soens sone, een twee ende dortichstedeel van al Zwijndrechtc dat Witteman voirs. onder ons hadde begonnen te dijckene, wilc twee ende dortichstedeel voirs. wi verlyet hebben ende verlyen Janne van Leyden voirscreven ende sinen nacomelinghen van ons ende van onsen nacomelinghen d te houden in allen den manieren ende rechte dat ander heerscip hoir ambocht van ons houden sullen in Zwijndrechte.
In orkonde etc. Ghegheven te Woudrichem des woensdaghes voir sente Barthelmeusf dach int jair ons Heren M CCC twee ende dortich.
Hier over waren onse manne hair Jan van Polanen, hair Harparen van Riede, Jan van Zassenemg onse baliu van Zuythollandh ende Philips van Wassenairi.