Graaf Willem III verkoopt Willem Dukinc Gize Dukincsz. en Jan Malegijs Jan Meestersz. de visserij aan de monding van de Lek tussen Lekkerkerk en de monding van de Waal, met alle bijbehorende rechten.
Willem Dukinc Ghijse Duykincs z.
De tekst heeft geen volgnummer.
Deze en de volgende tekst zijn later in het grote register Zuidholland ingeschreven, en ontbreken in het kleine register. De kopiist, J. van Oudheusden, was tussen 1498 en 11 maart 1515 bewaarder van de charters en registers, en in die functie zal hij deze registraties hebben uitgevoerd.
Wij Willem grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelandt ende heere van Vrieslant maken condt ende kenlic allen luden dat wij vercoft hebben Willem Dukinc Ghize Duckincs z. ende Jan Maleghijs Jans Meisters z. onse visscherie van Lecmonde teenen vryen eyghendomme, met allen den rechte datter toe behoert in alder manieren alse te haer commen is, welcke visscherye vorseit is gelegen van Leckerkerke nederwaerd gaende tote Bolnesser slote toe ende upwaert gaende Tordrecht waerd tote Waelzmonde, ende vanden coepe vander visscherye vorseit hebben zij ons betaelt den eersten penninc ende den lesten, daer wij ons van hem beeden wel gepaiet af houden; ende gheloven hem dese visscherye voorscreven ewelike te waren alse een vry eyghin goet van onz ende van onzen nacommelingen hem ende hoere nacommelingen van alrehande aentale jeghens allen luden.
In oerconde dese brieve bezeigelt mit onzen zeigle. Ghegheven te Mons des dinxendaghes na sinte Pieters daghe ende sinte Pauwels int jaer ons Heeren M CCC ende achtiene.
Ghecollationert yeghens zin orrigenal ende accordert bij my, J. de Outhuesden.