Gijsbrecht heer Jacobsz., Floris van der Timpel, Jan Malegijs Jansz. en Allard Vlaming, schepenen in Dordrecht, verklaren dat ten overstaan van hen heer Gize Dukinc een jaarrente van 20 pond Hollands uit de visserij aan de Oord heeft toegekend aan diens zoon Jan Malegijs.
Deze tekst heeft geen volgnummer.
Deze en de voorafgaande tekst zijn later in het grote register Zuidholland ingeschreven, en ontbreken in het kleine register. Zie de kopnoot bij nr. ZH 491.
Wij Ghisebrecht haren Jacobs zoen, Florens vander Tympel, Jan Maleghijs Jans z. ende Alaerd Vlaminc, scepenen in Dordrecht, oirkonden ende kennen dat voer ons quam haer Ghise Dukinc ende verghiede dat hij opghedragen ende ghegheven heeft Janne Maleghijs sinen soen, die houder es van desen brieve, twintich pont goeder Hollantsche jaerliker renten liggende in die visscherye die men heet ten Oerde ende gheleghen es in die Lecke van Bergherkerke nederwaert toter onder Lecke toe, ende in die visscherye die gheleghen is vanden nedersten ende vander onder Lecke nederwaert tote Michiels oerde toe, in allen manieren ende in allen voerwaerden also alse haer Ghise voors. dese voernoemde visscherie ghecoft heeft jeghens Pouwelse den tolnaer ende jeghens Pouwelse sinen soen te sinen vrien eyghendom; ende waer dat sake dat den voirseiden Janne Maleghijs an desen voernoemden renten iet ghebrake, dat heeft hem haer Ghise sijn vader voers. gheloeft te voldoen.
In orkonde desen brieve. Ghegheven int jaer ons Heeren M CCC vier ende dortich des donredaghes na sinte Jacobs daghe.
Ghecollacioneert jeghens zin orrigenael ende accordeert bij my, J. de Outhuesden.
- Gijsbrecht heer Jacobsz., schepen in Dordrecht
- Floris van der Timpel, schepen in Dordrecht
- Jan Malegijs Jansz., schepen in Dordrecht
- Allard Vlaming, schepen in Dordrecht
- heer Gize Dukinc
- Jan Malegijs, zoon van heer Gize Dukinc
- de Oord
- Lek
- Bergerkerk (Lekkerkerk?)
- Michielsoord
- Pouwels de tolgaarder
- Pouwels zoon van Pouwels de tolgaarder
- J. van Oudheusden