Admiraliteit in Zeeland (1584-1795)
In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:- adjunct advocaat-fiscaal
- advocaat-fiscaal
- gecommitteerde
- griffier
- procureur-generaal
- secretaris
- tweede secretaris
Toelichting:
Institutionele toelichting Admiraliteit in Zeeland (1584-1795)
Naam college:
Admiraliteit in Zeeland.
Datum oprichting:
14 juni 1597 als generaliteitscollege bij resolutie Staten-Generaal. Er waren voorlopers in Veere en Vlissingen. In de database opgenomen zijn gecommitteerden vanaf 1584 (voor zover bekend).
Datum opheffing:
1795.
Vestigingsplaats:
Middelburg.
Zetelaantal:
1586-1597: 7.
1597-1650: 10.
1650-1668: 9.
1668-1702: 10.
1702-1747: 9.
1747-1795: 10.
Zetelverdeling tussen gewesten:
1597-1650: Zeeland 7, Holland 2, Utrecht 1.
1650-1668: Zeeland 6, Holland 2, Utrecht 1.
1668-1702: Zeeland 7, Holland 2, Utrecht 1.
1702-1747: Zeeland 6, Holland 2, Utrecht 1.
1747-1795: Zeeland 7, Holland 2, Utrecht 1.
Zetelverdeling tussen kwartieren/standen:
Holland: n.v.t.
Zeeland: n.v.t.
Utrecht: beurtelings Ridderschap, Geëligeerden en Steden voor zes jaar.
Zetelverdeling tussen basiscolleges:
Holland: Eén zetel permanent voor Amsterdam. De andere zetel beurtelings voor Dordrecht, Delft en Rotterdam voor zeven jaar.
Zeeland: de zeven (in stadhouderloze tijdvakken zes) leden van Gecommitteerde Raden (het verschil is de vertegenwoordiger van Eerste Edele).
Utrecht: Utrecht voor de Steden.
Toerbeurt:
Holland: (reconstructie)
Dordrecht 1649 - 1670 - 1691 - 1712 - 1733 - 1754 - 1775;
Delft 1656 - 1677 - 1698 - 1719 - 1740 - 1761 - 1782;
Amsterdam permanent;
Rotterdam 1642 - 1663 - 1684 - 1705 - 1726 - 1747 - 1768 - 1789.
Zeeland: niet.
Utrecht: zie A.J.C.M. Gabriëls, De heren als dienaren en de dienaar als heer. Het stadhouderlijk stelsel in de tweede helft van de achttiende eeuw ('s-Gravenhage 1990) bijlage B2.
Zittingstermijn1:
Bij resolutie van de Staten van Holland van 22 november/18 december 1599 vastgesteld op drie jaar (zie ook nog resoluties van de Staten van Holland 21 december 1620 en 22 januari 1622, waarbij een driejaarlijkse termijn wordt ingesteld voor de Hollandse gecommitteerden in alle admiraliteiten). De situatie in dit admiraliteitscollege wijkt af, omdat de Zeeuwse en de Amsterdamse gecommitteerden (in principe) voor het leven benoemd werden en de gecommitteerden van Dordrecht, Delft en Rotterdam vanaf 1642 voor zeven jaar. zie A.J.C.M. Gabriëls, De heren als dienaren en de dienaar als heer. Het stadhouderlijk stelsel in de tweede helft van de achttiende eeuw ('s-Gravenhage 1990), 45 n. 175.
Benoemende instantie:
Staten-Generaal.
Aanvangs- en einddatum in het Repertorium:
Aanvangsdatum: commissiedatum, tenzij anders vermeld.
Uit verschillende resoluties van de Staten-Generaal (26 april 1589, 18 maart 15962 en 29 oktober 1604) blijkt dat al vrijwel vanaf het begin een ingangsdatum van 1 mei nagestreefd werd. Omdat het college echter voor het grootste deel uit Zeeuwen bestond, die voor het leven zitting hadden, is een ingangsdatum slechts voor een minderheid aan de orde. Ook de Amsterdammers hadden zitting voor het leven. Voor de gecommiteerden van Dordrecht, Delft en Rotterdam werd waarschijnlijk pas vanaf de regeling in 1642 (zie hierboven onder 'Zittingstermijn') een ingangsdatum gehanteerd.
Einddatum: in principe aansluitend op de aanvangsdatum van de opvolger, tenzij een specifieke einddatum bekend is (bijvoorbeeld door overlijden).
Ministers in dienst van het college:
secretaris;
advocaat-fiscaal;
ontvanger-generaal;
griffier.
Naamlijsten en bronnen:
Algemeen
-Gecommitteerden en ministers 1596-1795: O. Schutte, Gegevens betreffende de gecommitteerden in de admiraliteitscolleges, 1597-1795 (ongepubliceerd onderzoeksbestand, ter beschikking gesteld van het ING door Mr. O. Schutte te 's-Gravenhage).
-Gecommitteerden en ministers 1597-1795: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12270-12294, commissieboeken van de Staten-Generaal. Incidenteel aangewend ter opheldering en aanvulling.
-Gecommitteerden en ministers 1597-1625: Resolutiën der Staten-Generaal 1576-1609 9-14. N. Japikse en H.H.P. Rijperman eds. (Den Haag 1926-1970). Resolutiën der Staten-Generaal. Nieuwe reeks 1610-1670 1-7. A.Th. van Deursen, J. Roelevink en J.G. Smit eds. (Den Haag 1971-1994).
-Gecommitteerden en ministers 1715-1794: "Naamwijzers van Middelburg" (1997).
-Gecommitteerden 1728-1794: Naem-register van alle de heeren leden der regeering in de provintiën van Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen en Ommelanden (Amsterdam 1728-1794). Aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek onder signatuur T 1141, vanaf 1730.
-Gecommitteerden en ministers 1729-1794: Naamregister van de ed.mog.heeren gecommitteerde raden in de collegien ter admiraliteit, alsmede de ee. heeren bewindhebberen van de oost- en westindische compagnie, in alle de steden der provintien van Holland, Zeeland, Vriesland enz. nevens eenige bediende derzelve (Amsterdam 1730 etc.). Grotendeels aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek onder signatuur T 1067.
-Gecommitteerden ?-?: Nationaal Archief, archief admiraliteitscolleges 1.01.46, inv. nr. 2424-2432. Fragmenten.
-Ministers 1597-1696: M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland (Middelburg/Amsterdam 1696) 427.
-Ministers 1597-1790: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12296 index op de commissieboeken, 6.
Per provincie
-Gecommitteerden uit Holland 1587-1696: M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland (Middelburg/Amsterdam 1696) 427-428.
-Gecommitteerden uit Zeeland 1597-1795: Notulen van de Staten van Zeeland, gedrukt, o.a. aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Aangewend indien de andere bronnen onduidelijkheden of tegenstrijdigheden bevatten, alsmede voor de einddata; de resoluties bevatten meestal de naam van de voorganger.
-Gecommitteerden uit Zeeland 1587-1696: M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland (Middelburg/Amsterdam 1696) 425-426.
-Gecommitteerden uit Utrecht 1606-1696: M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland (Middelburg/Amsterdam 1696) 428.
-Gecommitteerden Groningen 1629-1647: M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland (Middelburg/Amsterdam 1696) 428.
Per basiscollege
-Gecommitteerden uit Dordrecht 1596-1675: M. Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, vervattende haar begin, opkomst, toeneming en verdere staat. Alsmede een verzameling van eenige geslachtboomen der adellijke en aanzienlijke heeren-geslachten (Dordrecht 1677) I, 411.
-Gecommitteerden uit Delft 1656-1723: Boitet, Reinier, Beschrijving der stadt Delft (Delft 1729) 95-132.
-Gecommitteerden uit Rotterdam 1602-1788: J.H.W. Unger, De regeering van Rotterdam, 1328-1892. Naamlijst van personen die in of van wege de regeering ambten hebben bekleed, voorafgegaan door eene geschiedkundige inleiding over den regeeringsvorm van Rotterdam (Rotterdam 1892) 537.
Hiaten in de bemanningsgegevens:
De gecommitteerden namens Utrecht zijn niet in het bestand opgenomen.
Literatuur:
-Bruijn, J.R., Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de 17e en 18e eeuw (Amsterdam 1998.
-Elias, Johan E., Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen 1 ('s-Gravenhage 1916.
-Fockema Andreae, S.J., De Nederlandse staat onder de Republiek (2e druk, Amsterdam 1962) 26-29, 114-116.
-Fruin, Robert, Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek (2e bijgewerkte druk, 's-Gravenhage 1922) 203-209.
-Hullu, J. de, De archieven der admiraliteitscolleges ('s-Gravenhage 1924) 1-64.
-Jonge, J.C. de, Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 1 (3e uitgave, Zwolle 1869) 171-203.
-Naamlyst der Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden ter admiraliteit, mitsgaders derzelver ministers, resideerende binnen Amsterdam (Amsterdam, z.d.) 3-10. Aanwezig in de bibliotheek van het Nationaal Archief onder signatuur 64 G4.
-Wagenaar, Jan, Hedendaegsche historie, of tegenwoordige staet van alle volkeren [
] XI (2e druk, Amsterdam 1739) 351-352.
Noten:
1. Deze zittingstermijnen moeten opgevat worden als de maximum zittingsduur van één persoon, zonder dat een nieuwe benoeming nodig was. In praktijk kwamen kortere termijnen voor.
2. Verwijzing naar het commissieboek in Resolutiën der Staten-Generaal 9 (1596-1597) N. Japikse ed. (Den Haag 1926) 180 noten 1 en 5.