Admiraliteit in het Noorderkwartier (1589-1795)
In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:- adjunct advocaat-fiscaal
- advocaat-fiscaal
- gecommitteerde
- procureur-generaal
- secretaris
- substituut-secretaris
- tweede secretaris
Toelichting:
Institutionele toelichting Admiraliteit in het Noorderkwartier (1589-1795)
Naam college:
Admiraliteit in het Noorderkwartier.
Datum oprichting:
14 juni 1597 als generaliteitscollege bij resolutie van de Staten-Generaal. Er was een voorloper, opgericht 6 maart 1589 bij besluit van stadhouder Maurits. Opgenomen zijn de gecommitteerden vanaf 1589.
Datum opheffing:
1795.
Vestigingsplaats:
1589-1593: Hoorn.
1593-1795: Hoorn en Enkhuizen beurtelings om de drie maanden.
Zetelaantal:
1589-1597: 4.
1597-1603: 9.
1603-1606: 10.
1606-1795: 11.
Zetelverdeling tussen gewesten:
1589-1597: Holland 4.
1597-1603: Holland 6, Zeeland 1, Utrecht 1, Overijssel 1.
1603-1606: Gelderland 1, Holland 6, Zeeland 1, Utrecht 1, Overijssel 1.
1606-1795: Gelderland 1, Holland 6, Zeeland 1, Utrecht 1, Friesland 1, Overijssel 1.
Zetelverdeling tussen kwartieren/standen:
Gelderland: beurtelings de kwartieren Nijmegen, Zutphen, Veluwe voor zes jaar (vanaf 1705).
Holland: n.v.t.
Zeeland: n.v.t.
Utrecht: beurtelings Ridderschap, Geëligeerden, Steden voor zes jaar.
Friesland: Westergo (deze informatie is niet weergegeven in de database).
Overijssel: beurtelings de Ridderschap namens de drie plattelandskwartieren en de Steden voor drie jaar.
Zetelverdeling tussen basiscolleges:
Gelderland: beurtelings ridderschap en steden van elk kwartier voor drie jaar (vanaf 1705). De stedelijke zetel beurtelings voor Nijmegen, Tiel en Zaltbommel (kwartier Nijmegen), Zutphen, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo (graafschap Zutphen; de stad Zutphen had vaker de beurt), Arnhem, Harderwijk, Wageningen, Hattem en Elburg (kwartier Veluwe; Arnhem had vaker de beurt).
Holland: Amsterdam (vanaf 1625), Gorinchem (tot 1625)1, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Monnickendam, Medemblik ieder één zetel.
Zeeland: Zierikzee (formeel vanaf 1711, daarvoor doorgaans al toebedeeld aan iemand uit die stad).
Utrecht: de zetel van de Steden voor Utrecht tot 1623, daarna beurtelings voor Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede en Montfoort.
Friesland: verdeling over de grietenijen binnen het kwartier Westergo volgens een toerbeurtstelsel, voor het eerst opgesteld in 1671.
Overijssel: beurtelings de ridderschap van Overijssel namens de drie plattelandskwartieren en de drie steden in de volgorde Salland, Deventer, Twente, Kampen, Vollenhove, Zwolle.
Toerbeurt:
Holland: niet.
Utrecht, Gelderland, Overijssel en Stad en Lande van Groningen: zie A.J.C.M. Gabriëls, De heren als dienaren en de dienaar als heer. Het stadhouderlijk stelsel in de tweede helft van de achttiende eeuw ('s-Gravenhage 1990) bijlage B2-B5. Het schema van Overijssel in G. Dumbar, Tegenwoordige staat van Overijssel (Amsterdam/Dordrecht/Harlingen 1781-1803) I, 423. (Afbeelding in P. Brood, P. Nieuwland en L. Zoodsma, Homines novi. De eerste volksvertegenwoordigers van 1795 (Amsterdam 1993) 328.)
Zittingstermijn2:
Bij resolutie van de Staten van Holland van 21 december 1620 en 22 januari 1622 wordt een driejarige zittingstermijn ingesteld voor de Hollandse gecommitteerden in alle admiraliteiten. Ook voor de gecommitteerden uit andere provincies, met uitzondering van die van Zeeland, die voor het leven zitten, is dat de formele zittingstermijn. Desondanks committeerden de steden van het Noorderkwartier meestal voor twee jaar (besluiten door de vroedschap van Alkmaar in deze zin op 8 mei 1621 en 5 augustus 1646). De gecommiteerden van Amsterdam zaten net als die van Zeeland, voor het leven.
Benoemende instantie:
Staten-Generaal.
Aanvangs- en einddatum:
Aanvangsdatum: commissiedatum, tenzij anders vermeld.
Uit verschillende resoluties van de Staten-Generaal (26 april 1589, 18 maart 15963 en 29 oktober 1604) blijkt dat al vrijwel vanaf het begin een ingangsdatum van 1 mei nagestreefd werd.
Desondanks hielden verschillende steden er andere ingangsdata op na. Voor Alkmaar was dat gedurende vrijwel het gehele tijdvak Maria Lichtmis (2 februari), voor Enkhuizen vanaf 1654 begin januari, voor Monnickendam begin september. De Staten van Overijssel deelden, in ieder geval vanaf 1732 (zie Schilder) de driejarige termijn voor de gecommitteerden in de bovenlokale colleges zo nu en dan doormidden, zodat ook de ingangsdatum 1 november voorkwam. De Amsterdammers en de Zeeuwen zaten voor het leven; voor hen was een ingangsdatum dan ook niet aan de orde.
Einddatum: in principe aansluitend op de aanvangsdatum van de opvolger, tenzij een specifieke einddatum bekend is (bijvoorbeeld door overlijden).
Ministers in dienst van het college:
secretaris;
advocaat-fiscaal;
ontvanger-generaal (vanaf 1604);
commies-generaal
Naamlijsten en bronnen:
Algemeen
-Gecommitteerden en ministers 1589-1795: O. Schutte, Gegevens betreffende de gecommitteerden in de admiraliteitscolleges, 1597-1795 (ongepubliceerd onderzoeksbestand, ter beschikking gesteld van het ING door Mr. O. Schutte te 's-Gravenhage).
-Gecommitteerden en ministers 1589-1795: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12270-12294, commissieboeken van de Staten-Generaal. Incidenteel aangewend ter opheldering en aanvulling.
-Gecommitteerden en ministers 1589-1625: Resolutiën der Staten-Generaal 1576-1609 6-14. N. Japikse en H.H.P. Rijperman eds. (Den Haag 1922-1970). Resolutiën der Staten-Generaal. Nieuwe reeks 1610-1670 1-7. A.Th. van Deursen, J. Roelevink en J.G. Smit eds. (Den Haag 1971-1994).
-Gecommitteerden 1728-1794: Naem-register van alle de heeren leden der regeering in de provintiën van Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen en Ommelanden (Amsterdam 1728-1794). Delen vanaf 1730 aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek onder signatuur T 1141.
-Gecommitteerden 1729-1794: Naamregister van de ed.mog.heeren gecommitteerde raden in de collegien ter admiraliteit, alsmede de ee. heeren bewindhebberen van de oost- en westindische compagnie, in alle de steden der provintien van Holland, Zeeland, Vriesland enz. nevens eenige bediende derzelve (Amsterdam 1730 etc.) Grotendeels aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek onder signatuur T 1067.
-Advocaat-Fiscaal 1594-1782: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12296 index op de commissieboeken, blz. 7.
-Secretaris 1589-1782: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12296 index op de commissieboeken, blz. 7.
-Ontvanger-generaal 1618-1789: Nationaal Archief, archief Staten-Generaal, inv. nr. 12296 index op de commissieboeken, blz. 7.
Per provincie
-Gecommitteerden uit Zeeland 1597-1795: Notulen van de Staten van Zeeland, gedrukt, onder andere aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek. Aangewend indien de andere bronnen onduidelijkheden of tegenstrijdigheden bevatten, alsmede voor de einddata; de resoluties bevatten meestal de naam van de voorganger.
-Gecommitteerden uit Friesland (steden) 1661-1776: Tresoar, Stadhouderlijk archief, inv. nr. 361.
-Gecommitteerden uit Friesland 1745-1795: A.J. Bruinsma, Verzameling aanteekeningen en stukken etc., Tresoar, Provinciale Bibliotheek, 6305 Hs/30.
-Gecommitteerden uit Overijssel 1597-1795: K. Schilder, Anthony van Mierlo's register van Overijsselse ambtenaren (Kampen 1984) 42-44 en 77.
-Gecommitteerden uit Overijssel 1597-1748: A.J. Gansneb genaamd Tengnagel, Register van ampten, commissien, deputatien enz. in de provintie Overijssel, Historisch Centrum Overijssel, archief van de Vereniging tot beoefening van Overijssels recht en geschiedenis, inv. nr. 732, 56.
-Gecommitteerden uit Overijssel 1650-1702: J.C. Streng, 'De afgevaardigden van de provincie Overijssel naar de generale instellingen van de Verenigde Republiek 1650-1702', Overijsselse Historische Bijdragen 104 (1989) 51-88, aldaar 78-84.
Per basiscollege
-Gecommitteerden uit Hoorn 1597-1740: Velius, D., en Sebastiaan Centen, Chroniick van Hoorn (4e druk, Hoorn 1740), aanhangsel pag. 1-63.
-Gecommitteerden uit Enkhuizen 1703-1719: Westfries archief, oud-archief Enkhuizen, inv. nr. 31, bergnummer 1363.
-Gecommitteerden uit de steden van het Noorderkwartier van Holland: voor ophelderingen en aanvullingen zijn de resoluties van de vroedschapscolleges gebruikt; die van Alkmaar in Regionaal archief Alkmaar, stadsarchief 1254-1815, die van Hoorn, Enkhuizen en Medemblik het oud-archief van die steden berustend in het Westfries archief te Hoorn en idem van Edam, Monnickendam en Purmerend in het Waterlands archief te Purmerend.
Hiaten in de bemanningsgegevens:
De gecommitteerden namens Gelderland en Utrecht zijn niet in het bestand opgenomen.
Literatuur:
-Bruijn, J.R., Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de 17e en 18e eeuw (Amsterdam 1998).
-Elias, Johan E., Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen dl. 1 ('s-Gravenhage 1916).
-Fockema Andreae, S.J., De Nederlandse staat onder de Republiek (2e druk, Amsterdam 1962) 26-29, 114-116.
-Fruin, Robert, Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek (2e bijgewerkte druk, 's-Gravenhage 1922) 203-209.
-Hullu, J. de, De archieven der admiraliteitscolleges ('s-Gravenhage 1924) 1-64.
-Jonge, J.C. de, Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 1 (3e uitgave, Zwolle 1869) 171-203.
-Naamlyst der Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden ter admiraliteit, mitsgaders derzelver ministers, resideerende binnen Amsterdam (Amsterdam, z.d.) 3-10. Aanwezig in de bibliotheek van het Nationaal Archief onder signatuur 64 G4.
-Wagenaar, Jan, Hedendaegsche historie, of tegenwoordige staet van alle volkeren [
] XI (2e druk, Amsterdam 1739) 352.
Noten:
1. RGP 223, Resolutiën der Staten-Generaal 1624-1625, XXII noot 2.
2. Deze zittingstermijnen moeten opgevat worden als de maximum zittingsduur van één persoon, zonder dat een nieuwe benoeming nodig was. In praktijk kwamen kortere termijnen voor, maar ook herbenoemingen.
3. Verwijzing naar het commissieboek in Resolutiën der Staten-Generaal 9 (1596-1597) N. Japikse ed. (Den Haag 1926) 180 noten 1 en 5.