Gedeputeerde Staten van Friesland (1577-1795)
In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:Toelichting:
Institutionele toelichting Gedeputeerde Staten van Friesland (1577-1795)
Naam college:
Gedeputeerde Staten van Friesland.
Datum oprichting:
1577.
Datum opheffing:
19 februari 1795.
Vestigingsplaats:
Leeuwarden.
Zetelaantal:
1577-1578: 6 (de gedeputeerden van het kwartier der Steden werden nog niet door de plattelandskwartieren erkend).
1578-1584: 8.
1584-1795: 9.
Zetelverdeling tussen de kwartieren:
Oostergo: 2.
Westergo: 2.
Zevenwolden: 2.
Steden: van 1578-1584 2, van 1584-1795 3.
Zetelverdeling tussen de basiscolleges:
Roulering onder de grietenijen en de steden volgens almanakken, waarvan die van het kwartier Zevenwolden werd vastgesteld in 1635, die van Oostergo in 1669, van Westergo in 1671 en van de Steden in 1785. Deze laatste almanak was slechts tot 1790 van kracht.
Toerbeurt:
Zie Engels, 10-11 en Schouten, 26-32 (zie 'Literatuur').
Zittingstermijn1:
Gedeputeerden voor het kwartier der Steden: drie jaar, met ingang van 8 februari 1599.
Gedeputeerden voor de plattelandskwartieren: twee jaar, met ingang van 28 februari 1601. Vanaf de instelling van de almanakken (zie hierboven) - maar wellicht al eerder - hanteerden ook de plattelandskwartieren een termijn van drie jaar.
Benoemende instantie:
Oostergo, Westergo en Zevenwolden: Staten van Friesland.
Kwartier der Steden: de stadhouder van Friesland van 1637-1785 en 1790-1795, in de andere perioden benoemden de stedelijke vroedschappen de gedeputeerden uit hun midden.
Aanvangs- en einddatum in het Repertorium:
Aanvangsdatum: sessiename, zoals vermeld in de lijst van Engels (zie 'Bronnen en Naamlijsten'). Bij resolutie van de Staten van Friesland van 23 en 26 maart 1621 werd voor de gedeputeerden van de kwartieren Zevenwolden en Steden een ingangsdatum van 1 mei vastgesteld (zie ook Tresoar, stadhouderlijk archief, inv. nr. 361, jaar 1720 e.v.). Voor de gedeputeerden uit Oostergo en Westergo was de vaste ingangsdatum hoogstwaarschijnlijk Maria Lichtmis (2 februari), zoals bij de Provinciale Rekenkamer (zie de institutionele toelichting bij dat college). Sessiename kort na deze datum was, gezien de lijst van Engels, voor de gecommitteerden van de genoemde kwartieren, in ieder geval vanaf ongeveer 1650 gebruikelijk.
Einddatum: in principe aansluitend bij de aanvangsdatum van de opvolger, tenzij een specifieke einddatum bekend is (bijvoorbeeld door overlijden).
Tot en met 1700 betreft het data volgens de Juliaanse kalender ('Oude Stijl'), die op dat tijdstip 11 dagen achterliep op de Gregoriaanse kalender. Op 31 december 1700 ging Friesland over op de Gregoriaanse kalender; de volgende dag was 12 januari 1701.
Ministers in dienst van het college:
2 secretarissen tot 25 april 1586;
1 secretaris van 1586-1795 (tot 1625 fungeerde de secretaris van de Staten van Friesland als secretaris van Gedeputeerde Staten; in dat jaar werd een secretaris speciaal voor het college aangesteld).
Bronnen en naamlijsten:
Algemeen:
-Gedeputeerden 1577-1795: M.H.H. Engels, Naamlijst van Gedeputeerde Staten van Friesland, 1577-1795 (Leeuwarden 1979). Ook op internet: http://www.mpaginae.myweb.nl/GS/GSnaaml.htm.
-Gedeputeerden 1728-1794: Naem-register van alle de heeren leden der regeering in de provintiƫn van Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen en Ommelanden (Amsterdam 1728-1794). Aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek onder signatuur T 1141, vanaf 1730.
-Secretarissen 1579-1795: S.P. de Jong, J.A. Schuur en P.M. Peucker, Inventaris van de archieven van gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 (Leeuwarden 1998) 242-243.
Per kwartier
-Gedeputeerden namens de steden 1647-1776: Tresoar, stadhouderlijk archief, inv. nr. 361.
Literatuur:
-Engels, M.H.H., Naamlijst van Gedeputeerde Staten van Friesland, 1577-1795 (Leeuwarden 1979) 5-8.
-Fruin, Robert, Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek (2e bijgewerkte druk, 's-Gravenhage 1922) 248, 250-251.
-Geschiedenis der instelling van de provinciale raden in Friesland (ca. 1720). Berust in Tresoar, provinciale bibliotheek.
-Guibal, C.J., Democratie en oligarchie in Friesland tijdens de Republiek (Assen 1934) 19-23.
-Jong, S.P. de, J.A. Schuur en P.M. Peucker, Inventaris van de archieven van gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 (Leeuwarden 1998) 129-160.
-Schouten, P., e.a., Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat van Friesland 4 (Amsterdam, Leiden, Dordrecht, Harlingen 1789) 86-139.
Noten:
1. Deze zittingstermijnen moeten opgevat worden als maximum zittingsduur zonder nieuwe benoeming. In praktijk kwamen kortere termijnen voor, maar ook herbenoeming.