Rijmkroniek van Holland (366-1305)

 
English | Nederlands

De handschriften en fragmenten van de Rijmkroniek

De Rijmkroniek van Holland is volledig overgeleverd in drie in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag berustende handschriften, welke traditioneel A, B en C worden genoemd, alsmede in drie fragmenten van handschriften, naar hun locatie afgekort met de letters Br, G en L. In de zeventiende eeuw was nog een fragment voorhanden, hier S genoemd, dat echter verloren is gegaan; de inhoud ervan is evenwel bekend uit de drukken Alk en Scr. Ten slotte hebben Jan van der Does en de anderen, die in 1591 de Rijmkroniek voor de eerste maal uitgaven, blijkbaar nog een handschrift gekend, dat bekend staat met de letter T, maar dat eveneens verloren is gegaan; van de inhoud ervan kennen we niet meer dan de handvol alternatieve lezingen die in de editie van 1591 werden afgedrukt (deze varianten zijn opgenomen in het notenapparaat P van de gedrukte versie van de nieuwe uitgave).

In de handschriften B en C en in de fragmenten L en S (en in het verloren handschrift T) is de tekst opgetekend van de eerste versie van de Rijmkroniek , zoals Melis Stoke die in of kort na 1305 voltooide. In handschrift A en de fragmenten Br en G vindt men de door Stoke later herziene versie van de kroniek. Uit de tekstvarianten blijkt dat de handschriften B en C (en mogelijk ook het verloren handschrift T) nauw verwant zijn; zij zijn mogelijk afgeschreven van hetzelfde voorbeeld. Voorts was het verloren fragment S waarschijnlijk afkomstig uit hetzelfde handschrift als het fragment L. De overlevering van de kroniek is schematisch weergegeven in een stemma

In de editie worden de bronnen gepresenteerd in een volgorde die de tekstgenese weerspiegelt: eerst de handschriften C (afgedrukt in de boek-editie) en B en de fragmenten L en S, de laatste zoals gegeven in de drukken Alk en Scr, dan het handschrift A (eveneens gedrukt in de papieren editie) en de fragmenten Br en G.

Hieronder volgt een korte signalering van de handschriften en fragmenten. Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar de Inleiding van de uitgave in boekvorm , p. XI-XV, en met name naar Burgers, Rijmkroniek van Holland, p. 319-366.

Handschrift C

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 5.

Perkament, 108 bladen. De volledige tekst van de eerste versie van de Rijmkroniek , op f. 1r-101r, in twee kolommen; de slotopdracht aan graaf Willem III ontbreekt. Geschreven door één hand, te weten die van Mattheus Gerardszoon, rector te Naaldwijk, die op 27 mei 1390 het afschrift voltooide, zoals blijkt uit het colofon onderaan op f. 101r.

Handschrift B

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 4.

Perkament, 98 bladen. De volledige tekst van de eerste versie van de Rijmkroniek , op f. 1r-96r, in twee kolommen; de slotopdracht aan graaf Willem III ontbreekt. Geschreven door vier kopiisten, handen A, B, C en D, die elkaar bij het werk afwisselden. Zij schreven ieder stukken van ongelijke lengte; een wisseling van hand valt niet steeds samen met een katerngrens. Het handschrift wordt op paleografische gronden gewoonlijk in de vijftiende eeuw gedateerd; een specifieke kopiistenfout (in vers 11351) wijst op de jaren rond 1400, wellicht de periode 1385–circa 1420, als tijd van ontstaan.

Verloren handschrift T

Dit handschrift, gebruikt door de uitgevers van de eerste editie van de Rijmkroniek in 1591, is nu niet meer voorhanden. Het bevatte blijkbaar de volledige tekst van de eerste versie van de Rijmkroniek ; de slotopdracht aan graaf Willem III ontbrak.

Fragment L

Leiden, Universiteitsbibliotheek, Ltk. 183 (olim 6).

Perkamenten dubbelblad met, in drie kolommen, de verzen 3678-4407 van de eerste versie van de Rijmkroniek . Geschreven door één hand, die op paleografische gronden op circa 1400 wordt gedateerd.

Verloren fragment S

Dit fragment, voorhanden in de zeventiende eeuw maar sindsdien verloren gegaan, is (partieel) uitgegeven in de drukken Scr en Alk. Volgens de beschrijvingen in de genoemde edities was het een perkamenten blad, beschreven in drie kolommen. Het bevatte het einde van de eerste versie van de Rijmkroniek , inclusief de opdracht aan graaf Willem III.

Druk Scr:

Petrus Scriverius (uitg.), Het oude Goutsche chronycxken – – – . Als mede met een byvoeghsel en toet-steen vermeerdert , Amsterdam 1663, p. 251-252, waar van het fragment slechts de slotopdracht aan graaf Willem III is gedrukt.

Druk Alk:

Cornelis van Alkemade (uitg.), Hollandse jaar-boeken of Rijm-kronijk van Melis Stoke: behelsende de geschiedenissen des lands, onder de princen van het eerste huis, tot den jare 1305 – – – , Leyden 1699, p. 258-263, waar de tekst van het fragment vermoedelijk volledig is gedrukt.

Handschrift A

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 3.

Perkament, 90 bladen. De tekst van de herziene versie van de Rijmkroniek , inclusief de slotopdracht aan graaf Willem III, op f. 1r-90v, in twee kolommen. Op paleografische en inhoudelijke gronden wordt het handschrift tegenwoordig in het tweede kwart van de veertiende eeuw gedateerd.

Fragment Br

Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 398,6.

Perkamenten blad, met, in twee kolommen, de verzen 8057-8208 van de herziene versie van de Rijmkroniek . Geschreven door één hand, die op paleografische gronden nog in het eerste kwart van de veertiende eeuw kan worden gedateerd; het afschrift dateert mogelijk uit de periode 1315-circa 1325.

Fragment G

Gent, Universiteitsbibliotheek, 1649.

Het onderste gedeelte van een perkamenten blad, met, in twee (onregelmatige) kolommen, de tekst van de verzen 10326-36, 10371-8, 10409-14 en 10452-62 van de herziene versie van de Rijmkroniek . Geschreven door één hand, die op paleografische gronden in het tweede kwart van de veertiende eeuw kan worden gedateerd.