'Toevlugt in den Nood'
Gegegevens |
|||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | 'Toevlugt in den Nood' | ||||||||||
Plaats | Leiden | ||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||
Datum | 1825-1931 (fusie) | ||||||||||
Jaar van oprichting | 1825 | ||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||
Fusiedatum | 1931 | ||||||||||
Fusieresultaat | Algemeen Afdelings Ziekenfonds Boerhave | ||||||||||
Splitsingsdatum | 1922 | ||||||||||
Resultaat van splitsing | Groot Noord Hollandsche (1226) | ||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||
Leden |
|
||||||||||
Tekst | Toevlugt in den Nood. 1825-1922 begrafenisafdeling opgegaan in de Groot Noord Hollandsche*. Ziekenfonds ging in 1931 op in het Algemeen Afdelings Ziekenfonds Boerhaave (De Bruin, Zoekend naar Zekerheid, 75 en 83). Begrafenisdeel bij notaris D. Walig op 28 dec. 1922 per 1 jan. overgedragen. Opgericht: 14 febr. 1825 `Wie in den nood gered wil wezen, Moet buiten nood geen offer vreezen'. De oprichters waren RK en Hervormd. GAL: reglement verschillende drukken; 1845 wijziging; 1854 wijziging zonder dat nog gesproken wordt over goedkeuring B&W; gewijzigd reglement z.j., maar vóór sept. 1885; 1903; 19 maart 1918 waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar zieken- en begrafenisfonds; miv 30 dec. 1922* ging de begrafenisafdeling op in de Groot Noord Hollandsche (akte 28 dec. 1922 voor notaris J. Waig te Zaandijk), omdat onder invloed van de nieuwe wettelijke regeling een zelfstandig voortbestaan als begrafenisfonds niet goed meer mogelijk was. Bestuur: 4 directeuren voor het leven benoemd, geen beloning. Voorziening: begrafenisgeld, volgens reglement alleen voor volwassenen afhankelijk van ledental ƒ30-40; 1827 ƒ25; reglement 1845 ƒ25 mits ledental niet onder 250 daalt; 1854 ƒ60; ±1892 (volgens reglement 1888) id., maar tevens ƒ20 voor 12-18 jaar en ƒ8,- voor jonger dan 18 jaar; 18 dec. 1922 ƒ80; voorts in alle reglement arts; medicijnen, ook voor de kinderen, die van 12-18 jaar 5 cent contributie moeten betalen; weduwe moet ook voor kinderen jonger dan 12 jaar 5 cent betalen tenzij een van hen als heel lid wordt ingeschreven; 1845 verloskundige hulp toegevoegd. Leden: 1827 348; GAL 1885 1159 (409 hele, 497 ½ leden en 253 kinderen); 1890 1300 (resp. 450, 580 en 270); 1895 1241 (resp. 453, 527 en 261). Contributie: reglement 1825 gehuwden 17½ cent en vier keer per jaar 7½ cent; ongehuwden en weduwen de helft. Lijkgeld 1 cent; 1827 9 cent, echtpaar 17½ cent, kinderen 12-18 jaar 5 cent. reglement 1845 contributie 10 cent, ongehuwden 5 cent, geen betaling bij sterfgeval gemeld. Bronnen: Armverslag 1827; GAL. reglement 1825; Verslagen 1885-95; S. 358, 1825-1922 opgegaan in Groot Noord Hollandsche; Begrafenisrapport Nut, 202; Ziekenfondsrapport Nut, 333; Fondsenenquête, 316; departementale lijst. Zoekend naar Zekerheid. |