Verzekeringsfondsen

`Boerhaave'. 1844-1918 (ziekenfonds omgezet in Maatschappijziekenfonds) en 1921 begrafenisfonds overgedragen aan Eerste Hollandsche (842).

Opgericht: 1 aug. 1844 (BiZa, inv. 732, 31 juli 1846, 114). Reglement 1844 GAL.

Opheffing: in circulaire bekend gemaakt dat het fonds per 1-4-1918 wordt opgeheven. In Leids Dagblad 19-1-1918 plaatsen apothekers oproep zich bij een van de andere fondsen aan te sluiten. Boerhave werd omgezet in het afdelingsziekenfonds, dat in febr. 1918 in werking trad (Leids Dagblad 23-2-1918).

Overdracht begrafenisfonds volgens Verzekeringsbode (1921/2) 240. Agv daling van de waarde der effecten besloten tot opheffing. Er zal een overeenkomst worden aangegaan met de Eerste Hollandsche Levensverzekering Bank te Amsterdam om de leden jonger dan 85 jaar over te nemen, zijn er 1100, die moeten wel meer premie gaan betalen.

Voorzieningen: 1845 geneeskundige hulp en medicijnen; begrafenisgeld in resp. 3e en 2e klasse: kind ƒ8,- en 10,-; half lid (10-18 jr.) ƒ15 en 25; vol lid ƒ40 en 50; 70 (4e klas); ziekengeld 40-60 cent bij gewone bediening (3e klas), 50-75 cent bij buitengewone bediening (4e klas). 1844 Hoofddoel: genees-, heel- en verloskundige hulp en medicijnen; voorts uitkering bij overlijden, afhankelijk van contributie ƒ15 tot 70; voor kinderen ƒ8 of 10; toelage bij ziekte (na 14 dagen) 40 of 50 cent, wat bij 500 leden wordt verhoogd tot resp. 60 en 75 cent. In Verhoren Fondsenenquête, 695, stelt de directeur, F.S. v.d. Pavord Smit, dat directeur vrijheid heeft aan ouderen een uitkering van 60 of 70 cent per week te geven, als man en vrouw beiden lid zijn. Nu krijgen ±20 mensen dat.

Leden: ±1900 ±4000; 1921 1100.

Contributie: 1845 half lid 6½ à 7 cent; lid 8 cent; gezin naar omvang en klasse 11½-17½ cent. Zeer gedifferentieerde tarieven al naar gelang men zichzelf verzekerd heeft of voor een groot aantal werknemers een verzekering heeft afgesloten. Het derde klas tarief voor bevoorrechte leden, die zelf contributie betalen, varieert van 13 cent tot 29 cent bij meer dan 5 kinderen. premie voor kinderen 10-18 jaar 6½ cent.

Bijzonderheden: 1845 geen extra betalingen voor reglement ed. Reglement geeft geen bepaling over jaarlijks inkomen directeur.

Fonds kent beschermende leden, die ofwel contributie betalen zonder op enige voorziening aanspraak te maken of hun dienstboden of ander personeel verzekeren. Daarnaast zijn er gewone leden, die zelf lid worden van het fonds en bevoorrechte leden, die een iets lagere contributie betalen of die via hun werkgever zijn verzekerd. Beschermende leden hebben het oppertoezicht.

Bijzonderheden: 1892 directeur is teven bestuurslid van `Hulp in Lijden'. Hij zegt zelf dat hij bij toeval directeur van het fonds is geworden, omdat hij diaken was van de Waalse gemeente en men meende in hem een betrouwbaar figuur te vinden.

Bronnen: Armverslag 1845; S. 516, 1 aug. 1844- ; Begrafenisrapport Nut, 206; NMG, 618; departementale lijst; Wiebes 1904/8 en nog tot 1920 genoemd; Verhoren, 695; Enquête 1845; Leids Dagblad.