Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Nieuwe sociƫteit van voorzorg

Gegegevens

Naam Nieuwe sociƫteit van voorzorg
Plaats Leiden
Provincie Zuid-Holland
Aard commercieel
Datum 1841-1914 (fusie)
Jaar van oprichting 1841
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1914
Fusieresultaat Eerste Hollandsche
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1845 800
1885 450
1887 434
1890 369
1895 400
1914 274
Tekst

(Nieuwe) sociëteit van voorzorg. 1841-herstructurering 1842-1914 overgenomen door de Eerste Hollandsche.

Oprichting: in 1841 komt volgens de opgave voor de statistiek de sociëteit van voorzorg erbij. De enquête van 1845 geeft eveneens 1841 als oprichtingsdatum, zonder vermelding van `nieuwe'. Op het GAL wordt als oprichtingsdatum 1842 genoemd en als naam `De nieuwe sociëteit van voorzorg'. Het aantal bussen wijzigt zich echter in 1842 niet. Waarschijnlijk heeft zich al in 1842 een ingrijpende reorganisatie van het fonds voltrokken (vgl. ook S.). Het concept reglement was in 1840 door de gemeente afgekeurd. In 1842 kreeg een nieuw reglement wel de instemming van het stadsbestuur. De oprichters waren Andreas Jacobus Thomas; Carel van Rijn en Matthijs Johannes Schamper. Zij probeerden zich op de markt te vestigen door andere fondsen zwart te maken.

Overname: gemeld in Gedenkboek Eerste Hollandsche, 37. Onzeker is of de medische zorg toen eveneens werden beëindigd of dat dat al eerder gebeurd was.

Aard: directiefonds.

Voorzieningen: 1845 medische zorg en medicijnen; ziekengeld ƒ1,25 voor man, 0.75 voor vrouw; begrafenisgeld afhankelijk van leeftijd van ƒ20 tot maximaal ƒ50; ±1892 zelfde reglement.

Contributie: 1845 15 cent.

Leden: 1845 800; GAL 1885 450; 1887 434; 1890 369; 1895 ruim 400; 1914 274.

Beheer: 40 cent voor reglement; 10 cent voor kwartaalstaten; 1½ cent per lid tot 800 leden, erboven 1 cent voor de directeur.

Bijzonderheden: 1. In 1845 noemt Thomas P. Dekker en P.H. Westdijk als mededirecteuren. 2. Thomas’ handel in kolen loopt niet en nu probeert hij o.a. door verhuur van zijn woning in een inkomen te voorzien. 3. Het fonds probeerde ook in de omringende dorpen geneeskundigen te werven. 4. In 1846 droeg hij het begrafenisfonds Sociëteit van zorgzaamheid, waarvan hij samen met P. Dekker directeur was, over aan Colet in Den Haag (1295).

Bronnen: Armverslag 1841; S. 482, maart 1841-?; S.487, 1842-1914 opgelost in Eerste Hollandsche*; reglement IISG, opgericht 1 april 1842; Begrafenisrapport Nut, 204, CvT 1842; Ziekenfondsrapport Nut, 326; Fondsenen­quête, 318; departementale lijst; BiZa, 2e afdeling, inv. nr 2810, 11 april 1845,19; Enquête 1845; Algemeen Handelsblad 17-1-1846; De Bruin, Zoekend naar Zekerheid heeft ten aanzien van de opheffing alleen veronderstellingen.