Verzekeringsfondsen

Begrafenissociëteit. 1815-

Opgericht 1 sept. 1815; reglement z.j.

Doelgroep: iedere inwoner `uitgezonderd kinderen die in onecht zijn geteeld'.

Laatste vermelding: 1955. Volgens lijst oude fondsen opgegaan in Interpolis.

Voorziening: begrafenisgeld ouder dan 18 jaar ƒ30; 12-18 jaar ƒ24; 6-12 jaar ƒ16; 2-6 jaar ƒ8,-; ½-2 jaar ƒ5,- en ƒ3,- voor jonger dan ½ jaar. ±1892 (reglement 1891) ouder dan 18 jaar ƒ40; kinderen met inschrijving op het 12e jaar.

Leden: 1827 63; 1830 60; 1835 139; 1840 231; 1845 384; 1850 420; 1855 490; 1860 597; 1865 654; 1870 655; 1875 724; 1876 1175; 1925 3570; 1930 3221; 1935 3107; 1940 2810; 1945 2666; 1950 3081; 1955 3155.

Contributie: jan-april 5 cent; mei-dec. 10 cent; weduwe ½ geld; als iemand door ziekte niet in staat is premie te betalen wordt betaling opgeschort tot hij weer aan het werk is.

Bezit: 1924 24.253.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 313, sept. 1815-; Begrafenisrapport Nut, 239; Fondsenenquête, 436, onderling begrafenisfonds; departementale lijst, Onderling Begrafenisfonds; Verslagen Verzekeringskamer 1925, bijlage 18, 79 en tot midden jaren vijftig, waarna geen opgave van deze gegevens meer werd gepubliceerd; Streekarchief Goeree-Overflakkee, als data (1815) 1940-ca. 1990.