Lijndraaiersbeurs
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Lijndraaiersbeurs | ||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Oudewater | ||||||||||||||||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||||||||||||||||
Aard | werklieden | ||||||||||||||||||||||||||
Datum | 1730-1916 | ||||||||||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1730 | ||||||||||||||||||||||||||
Jaar van opheffing | 1916 | ||||||||||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||
Ouderdom | ja | ||||||||||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||||||||||
Tekst | Lijndraaijersbeurs. 1730-±1916*. Reglement 10 mei 1772; 1780; 2 maart 1784; 19 juni 1798. Reglement ook in Archief NH. Enquête 1812 opgericht 1730. Doelgroep: lijndraaiers- en hekelaarsknechts; meesters mogen hun zonen ook lid maken; 1780 doelgroep ook tot buiten de stad. Voorzieningen: ziekengeld, wat afhankelijk is van de toestand van de beurs en naar de klasse van de contributie (½ jaar); volgens het reglement was het ziekengeld voor de hoogste contributie ±ƒ1,60, volgens de lijst 1827 werd ƒ3,- ziekengeld gegeven; het begrafenisgeld was afhankelijk van de contributieklasse ƒ15, ƒ12 of ƒ8,-; ouderdomsuitkering ƒ1,-; medische verzorging; ±1892 (volgens reglement van 1812 met aangebrachte wijzigingen) arts, medicijnen, ziekengeld ƒ1,- per dag; begrafenisgeld ƒ15. Leden: 1812 300; 1827 330; 1830 340; 1835 305; 1840 260; 1845 206; 1850 108; 1855 94; 1860 98; 1865 81; 1870 67; 1875 46; ±1889 20. Contributie: bij meer dan 50 cent daggeld 1stuiver 8 penningen; 5-10 stuivers 1 stuiver; minder dan 5 stuivers ½ stuiver. Meesters moeten het op het loon inhouden. Als weduwe en/of kinderen begrafenis uit de beurs wensen moet die week dubbele contributie worden betaald. Ziekengeld op doktersverklaring. In 1784 bepaald dat ook de baas een ziekteverklaring moet afgeven. Bezit: 1812 ƒ3900 op Grootboek. Bijzonderheden: tijdelijke knechts en niet poorters moeten toch contributie betalen, evenals ouder dan 50 jaar. Pas 1 jaar na verwerven poorterschap ontstaan uitkeringsrechten. Bij de ziekengeldbedragen staat in margine vermeld dat die bedragen al naar gelang de toestand van de bos herhaaldelijk gewijzigd zijn. Bronnen: Armverslag 1827; S. 103, 1730-±1916* opgeheven; Begrafenisrapport Nut, 274 en p. 73; Ziekenfondsrapport Nut, 420; Fondsenenquête, 441; Enquête 1812; Departementale lijst. |