Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Middelburgsch Ziekenfonds; vanaf 1911 een onderling fonds

Gegegevens

Naam Middelburgsch Ziekenfonds; vanaf 1911 een onderling fonds
Plaats Middelburg
Provincie Zeeland
Aard artsenfonds
Datum 1849-1971 (fusie)
Jaar van oprichting 1849
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1971
Fusieresultaat Algemeen Ziekenfonds Walcheren
Ziektekosten ja
Leden
Jaar Aantal
1849 201
1856 444
1859 487
1871 615
1890 685
1891 1342
1896 1300
1901 2000
1908 2700
1910 2906
1918 5134
1923 6090
1928 6751
1933 7841
1936 8159
1938 8492
1943 9677
1947 12318
1951 15713
1958 14821
Tekst

Middelburgsch Ziekenfonds. 1849-1911 onderling fonds-1947 fusie met Middelburgsch Homeopathisch ziekenfonds (99074 opgericht 1909)-1970 fusie met Walcheren te Vlissingen (1603).

Opgericht: 1 april 1849 door de artsen Fokke, Dobbelaar, De Wind, Damme, Pieters en Eybaard. Blijkens de naamlijst van meewerkende geneeskundigen waren 7 van de 13 doctores aangesloten en 6 van de 7 heelmeesters.

Voorziening: medische zorg.

Leden: 1849 56 (36 en 20 kinderen) groeide snel tot 201 in juli 1849; 1856 444; 1859 487; 1871 615; 1890 685; 1891 1342 (waarvan 584 kinderen); 1896 1300 (MVK); 1-1-1901 ±2000; 1908 2700; 1910 2906; 1918 5134; 1923 6090; 1928 6751; 1933 7841; 1936 8159; 1938 8492; 1943 9677; 1947 12318; 1948 15204; 1951 15713 (11624 verplicht; 4089 vrijwillig); 1958 14.821.

Contributie: 1849 10 cent, kinderen jonger dan 16 jaar 5 cent; 1891 kindercontributie verlaagd van 5 naar 2,5 cent met maximaal 6 kinderen; 1901 10 cent; kinderen jonger dan 18 jaar 5 cent, maximaal 5 kinderen gerekend.

Reserves: 1901 ±600.

Bijzonderheden: beginfase: aanvankelijk gaf de gemeenteraad subsidie, maar na de invoering van de Armenwet 1854 werd dit niet langer geoorloofd geacht. Bij de oprichting werden dienstboden geweerd. Kinderen moeten volle contributie betalen. Begin 1891 is er een onderzoek gedaan; er bleken veel mensen lid, waarvoor het fonds niet bedoeld was, die zijn er toen uit gezet. In 1908 werden 4 kinderen als 1 lid geteld.

Bronnen: NMG-rapport, 168; Fondsenenquête, 460; Verhoren, 421, 598; Ziekenfondsrapport Nut, 358 (beide geen oprichtingsdatum); CBS 1936; Verslag Ziekenfondsraad 1947; NTvG 75(1931) II, 1792-1806; Adresboek Ziekenfondswezen (1952); Wilsens, Zielen, zuinigheid en zwarigheden; Archief 1952-1986, inv. 1420.