Kleermakersvereniging 'Amicitia'
Gegegevens |
|||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Kleermakersvereniging 'Amicitia' | ||||||||||||
| Plaats | Rotterdam | ||||||||||||
| Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||
| Aard | werklieden | ||||||||||||
| Datum | 1869-1907 (laatste vermelding) | ||||||||||||
| Jaar van oprichting | 1869 | ||||||||||||
| Laatste vermelding | 1907 | ||||||||||||
| Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||||||||||
| Ziekengeld | ja | ||||||||||||
| Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
| Leden |
|
||||||||||||
| Tekst | Kleermakersvereniging `Amicitia'. 1869- Vereniging KB 3 maart 1871, 3; 15 nov. 1878, 49; 3 okt. 1889, 28. Doelgroep: kleermakers 20-40 jaar, via ballotage. Op een vergadering van nieuwe vereniging voor confectie `Eendracht maakt macht’ wordt gezegd, dat de vroeger opgerichte vereniging Amicitia is ontaard in een ziekenpotje. Toch zou ook de nieuwe vereniging een ziekenfonds oprichten (Rotterdamsch nieuwsblad 14.1.1896). Voorzieningen: ±1892 ziekengeld na 2 jaar ƒ6,-, na 3 jaar ƒ8,-, na 15 jaar ƒ10,-. Per jaar maximaal ƒ500 ziekengeld; begrafenisgeld geclausuleerd ƒ20-40 en afhankelijk van duur lidmaatschap. In 1890 bepaald, dat weduwe ook nog eens ƒ1,- per lid krijgt. Leden: 1869 30; 1891 164; 1895 164; 1900 158; 1904 176. Contributie: 1905 van 20-40 jaar 11 cent, ouder dan 40 jaar 16 cent en 5 cent per maand voor reservekas. Bezit: 1900 ƒ1818; 1903 ƒ2182. Bronnen: CCS 1894, 363, 1 nov; Fondsenenquête, 252; Verhoren, 289; departementale lijst; Statistiek Vakverenigingen, 1905, II, nr. 396; Statistiek Vakverenigingen 1907, II, 396. |
||||||||||||