Weduwen- en weezenbeurs der onderwijzers in Friesland
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Weduwen- en weezenbeurs der onderwijzers in Friesland | ||||
Plaats | Leeuwarden | ||||
Provincie | Friesland | ||||
Aard | onderwijzers | ||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||
Datum | 1853-1900 (fusie) | ||||
Jaar van oprichting | 1853 | ||||
Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||
Fusiedatum | 1900 | ||||
Fusieresultaat | Algemeen Friesche | ||||
Weduwegeld | ja | ||||
Wezen | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Weduwen- en weezenbeurs der onderwijzers in Friesland. 1853-±1900 opgelost in Algemeen Friesche* (6477). Oprichting: reglement 1874 verving reglement van 18 nov. 1853, gewijzigd 1 jan. 1869. Volgens De Boer Heinsius waren er oorspronkelijk in Friesland twee fondsen, die samengingen. Het is niet bekend wanneer die fondsen waren opgericht. Het fonds kreeg bijdragen van de provincie van ƒ400 in 1878 (en particulieren). Toen deze wegvielen was men genoodzaakt het fonds te reorganiseren en de uitkeringen te verlagen, wat in 1886 gebeurde. Ook in 1884 was men al gedwongen de pensioenen te verlagen van ƒ110 tot ƒ60 per jaar, in 3e kwartaal ipv ƒ25 slechts 15 uitgekeerd. Verzekeringsbode (1884) 771. Volgens een bericht in de Verzekeringsbode (1886, nr 31, 4) had men aanvankelijk besloten het fonds op te heffen, maar werd dit besluit door de ledenvergadering herroepen. Het fonds was oorspronkelijk een instelling van de provinciale commissie voor het onderwijs en van de onderwijzers. Leden: 1878 520 Voorziening: ƒ100 pensioen; 1884 ƒ60. Bronnen: S. 688, ±1860-±1900 opgelost in Alg. Friesche*.15ww; NA, inventaris 2.16.60.03, nr 8; De Boer/Heinsius, Het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap, 1842-1892, 125 ev; Rapport Pensioenfondsen, 14. |