Weduwen-, weezen- en ondersteuningsfonds voor onderwijzers in de prov. Groningen
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Weduwen-, weezen- en ondersteuningsfonds voor onderwijzers in de prov. Groningen | ||||
Plaats | Groningen | ||||
Provincie | Groningen | ||||
Aard | onderwijzers | ||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||
Datum | 1835-1885 (fusie) | ||||
Jaar van oprichting | 1835 | ||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||
Fusiedatum | 1885 | ||||
Fusieresultaat | NOG | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Weduwegeld | ja | ||||
Wezen | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Weduwen-, weezen- en ondersteuningsfonds voor onderwijzers in de provincie Groningen. 1835-1885 opgegaan in NOG Het fonds stond aanvankelijk onder het bestuur van de Commissie van Onderwijs. Toen deze werd opgeheven ging het naar de gewestelijke vereniging, waarvan de provinciaal inspecteur voorzitter was. Later een zelfstandig bestuur. In 1885 ging het op in NOG. Volgens Heinsius, Correspondentieblad (1889) 104 band met NOG via het afsluiten van een herverzekeringscontract. Leden: 1878 282. Uitkering: ƒ120, niet gezegd wordt in welk jaar. Bij de opgave aan het departement in 1881 worden het Weduwen- en wezenfonds van onderwijzers en het Ondersteuningsfonds van onderwijzers als twee fondsen opgegeven onder hetzelfde bestuur. De reglementen die werden meegezonden zitten niet meer in het dossier. Bijzonderheden: Verzekeringsbode (1884) no. 25 pensioenen gekort met 25% om de slechte situatie van het fonds te verbeteren. Idem, no. 30, oorzaken achteruitgang: 1. tarief 1876 te laag; 2. tarief hield geen rekening met ouderdom leden; 3. na 1870 zijn veel mensen overgegaan naar een hogere klasse zonder voldoende bijbetaling. Bronnen: S. 420, 1835-? 15v en ww; Begrafenisrapport Nut, 144; NA, inventaris 2.16.60.03, nr 8; De Boer en Heinsius, Het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap, 1842-1892, 101 en 156. Zowel de Fondsenenquête (718) als de departementale lijst beschouwen het nog als een afzonderlijk fonds. Rapport Pensioenfondsen, 13-4; Correspondentieblad 1938. |