'De Bijenkorf'
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | 'De Bijenkorf' | ||||||||||||||||||||||||
Plaats | Rotterdam | ||||||||||||||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||||||||||
Datum | 1818-1878 | ||||||||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1818 | ||||||||||||||||||||||||
Jaar van opheffing | 1878 | ||||||||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||||||||
Tekst | `De Bijenkorf'. 1818-±1878 Opgericht: juni 1818. Reglement opgestuurd in 1852; gedrukt 6 mrt. 1849. Opheffing: nav. herhaald verzoek van de gemeente om inzending van de gegevens voor het armverslag 1879 deelt de directeur mee, dat de Bijenkorf geheel heeft geliquideerd. De Bijenkorf stond toen onder dezelfde directie als Hulpvaardigheid (13568). Er werd wel voor beide fondsen afzonderlijk opgave gedaan. Werking: locaal. Voorzieningen: begrafenisgeld in 1827 afhankelijk van de duur van het lidmaatschap; medische verzorging; volgens reglement 1849 bij 1½ jaar lid ƒ15 oplopend tot ƒ100 bij langer dan 48 jaar lid. In de loop der tijd ook kraamgeld ingevoerd. Leden: 1827 430 en 60 kinderen; 1830 500; 1835 570 en 56 kinderen; 1840 618 en 34 kinderen; 1844 645; 1851 603; 1855 560; 1861 457; 1865 450; 1870 370; 1875 329. Bezit: 1829 ƒ4000 nationale schuld (ƒ2320 reëel) en ƒ272 in kas. Directie: 1828/9 Egarius Arent secretaris; 1859 boekhouder C. Heesterman; 1875 D.S. Bouwmeester; A. Lipjes; P. Blijenberg; J. Ravenek; 1885 P. de Groot. Verzekeringsbode (1885) maakt nog melding van het fonds. Uit de gegevens over andere Rotterdamse fondsen blijkt dat de opheffing meestal niet abrupt is, maar dat men stopt met nieuwe leden aan te nemen. Het stoppen van de ledenwerving kan gezien worden als datum van opheffing. Voor er daadwerkelijk geen uitkeringen meer worden gedaan kan er nog een lange periode verlopen. Bronnen: Armverslag 1827-1878. |