Verzekeringsfondsen

`Tot nut hereenigd'. 1808-

Oprichting: vermeld op jaarrekening. Enquête 1812 4 jan. 1808. Titel `Tot nut vereenigd'.

Opheffing: het fonds komt nog voor in de Verzekeringsbode 1885, niet meer in de enquêtes uit de jaren negentig en moet dus tussen 1885 en 1890 zijn opgeheven.

Voorzieningen: 1812 arts en medicijnen, begrafenisgeld 105-110Fr; 1827 geneeskundige hulp; apotheker; kraamgeld (ƒ3,-), wat in de loop der tijd toegevoegd moet zijn; begrafenisgeld ƒ50, 60 en 70. Vanaf ±1852 konden kinderen jonger dan 2 jaar ingeschreven worden als beide ouders lid waren.

Contributie: 1812 11Fr55 en 2Fr10 entree.

Leden 1812 366; 1830 550 en 35 kinderen; 1835 718 en 62 kinderen; 1840 870 en 61 kinderen; 1845 833 en 47 kinderen; 1850 722 en 66 kinderen; 1855 547 en 43 kinderen; 1860 370 en 4 halve; 1865 312 en 5 halve; 1870 258 en 5 halve leden; 1875 206 en 3 halve; 1880 123.

Bezit: 1849 ƒ8800 NWS, ƒ256 in kas; 1852 ƒ9800 id.; 1861 ƒ10.600 id.; 1870 ƒ12.000; 1875 id.; 1880 ƒ8000.

Directeuren: 1851 P. van Waasdijk, H. Hopman, C. van Ameyden, 2 medici en J.A. van der Leeuw directeur boekhouder; 1852 volgt G.D. Verburgh Hopman op; 1855 boekhouder Jeremias van der Leeuw; In 1856/7 volgt M.J. Mensing Van Ameyden op. 1859 P. van Waasdijk; G.D. Verburgh; J. Mensing. 1860/1 treedt J. van der Leeuw in plaats van Verburg; 1870 M.J. Mensing; H. Schot en twee medici; 1885 J. v.d. Leeuw Jzn. Vanaf 1855 was een Jerimias van der Leeuw directeur boekhouder.

Bronnen: Armverslag 1827; Enquête 1812; Verzekeringsbode (1885) bijlage 10.