Begrafenissociëteit `Het is door 't overblijvend goed, dat men ons lijk deez' eer aandoet'
Gegegevens |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Begrafenissociëteit `Het is door 't overblijvend goed, dat men ons lijk deez' eer aandoet' | ||||||||
| Plaats | Edam | ||||||||
| Provincie | Noord-Holland | ||||||||
| Aard | onderling | ||||||||
| Datum | 1787-1851 | ||||||||
| Jaar van oprichting | 1787 | ||||||||
| Jaar van opheffing | 1851 | ||||||||
| Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||
| Begrafenisgeld | ja | ||||||||
| Leden |
|
||||||||
| Tekst | Begrafenissociëteit `Het is door 't overblijvend goed, dat men ons lijk deez' eer aandoet.' 1787-1851 voortgezet als Begrafenissociëteit (10030) Opgericht: 16 april 1787. Opheffing: 1851. Er werd direct een nieuwe sociëteit opgericht. Doelgroep: inwoners Edam. Voorziening: ƒ70 begrafenisgeld. Leden: 1827 200; 1829 200; 1835 180. Bijzonderheden: bij inschrijving wordt een doktersverklaring gevraagd; contributie naar leeftijdsklassen; nieuwe leden alleen bij openvallen van een plaats; volgens reglement 170 plaatsen, in 1827 200 deelnemers. Bronnen: Armverslag 1827; S. 268, 1787-1851 Begrafenissociëteit; S.600, 1851-; Waterland archief. |
||||||||