Doodekoffer
Gegegevens |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Doodekoffer | ||||||
Plaats | Haarlem | ||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||
Aard | onderling | ||||||
Datum | 1753-1861 | ||||||
Jaar van oprichting | 1753 | ||||||
Jaar van opheffing | 1861 | ||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||
Leden |
|
||||||
Tekst | Doodekoffer. 1753*-1861 Reglement 1802 (vernieuwd met het doel de achteruitgang te stoppen en de bos in stand te houden). Goedgekeurd door de municipaliteit, 16 nov. 1802. Opheffing: afgeleid. Volgens de statistiek werd in 1861 een fonds opgeheven. Schuddebeurs veronderstelt dat het fonds rond 1850 werd opgeheven. Mogelijk vond de opheffing veel eerder plaats dan 1861, aangezien het fonds niet voorkwam in het jaarboekje 1847. Voorziening: begrafenisgeld, afhankelijk van de duur van het lidmaatschap oplopend van ƒ35 tot ƒ75 als ƒ6000 in kas is. Naarmate er meer kapitaal is stijgt de uitkering tot ƒ100. Leden: 1826 88; 1827 80. Contributie: ƒ3,- per jaar tot weer ƒ100 kan worden uitgekeerd, erna weer ƒ2,70. Bronnen: Armverslag 1827; S. 188, 20 nov. 1753-?1850 |