Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

De nieuwe sociƫteit van Voorzorg

Gegegevens

Naam De nieuwe sociƫteit van Voorzorg
Plaats 's-Gravenhage
Provincie Zuid-Holland
Aard commercieel
Datum 1821-1937 (laatste vermelding)
Jaar van oprichting 1821
Laatste vermelding 1937
Bestaansduur > 50 jaar
Fusieresultaat Nuts Ziekenfonds
Splitsingsdatum 1937
Resultaat van splitsing NV Mij van Voorzorg
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1827 3339
1830 3700
1841 7335
1844 7700
1850 8607
1860 9175
1870 11620
1875 11792
1880 12058
1890 12400
1900 8000
1925 6690
Tekst

De Nieuwe Sociëteit van Voorzorg. 1821-1937 naar NV Maatschappij van Voorzorg* (10733).

Opgericht: Van den Abeele, 111, 19 juni 1821. Het Maandfonds en het weduwefonds, die afzonderlijk werden opgegeven maakten deel uit van de Nieuwe sociëteit.

Fusie: S. 797 wekt de indruk, dat er sprake was van een omzetting in NV. In Den Haag was echter al een gelijknamige NV (10733) werkzaam. Daarom wordt er van uitgegaan dat er sprake was van een overname. Archiefmateriaal aanwezig bij Nutszorgverzekeraar. De ziekenfondsafdeling is dus uiteindelijk terechtgekomen in het Nutsziekenfonds, wellicht met als tussenstap het opgaan in Voorzorg. Mogelijk is alleen de begrafenisafdeling naar Voorzorg gegaan.

Voorzieningen: ziekengeld 1827 ƒ1,50, 1845 idem, 1892 idem (10 weken); medische voorzieningen; begrafenisgeld 1827 afhankelijk van leeftijd en de duur van het lidmaatschap; volgens enquête 1845 varieerde het van ƒ25 tot ƒ105; ±1892 variërend van ƒ5 tot 125.

Contributie: 1845 14½ cent gewone, 18½ cent buitengewone leden.

Bijzonderheden: in 1885 en 1891 waren H.G. van der Toorn en C. Kuhlman bestuurders. Van der Toorn was ambtenaar op Koloniën.

Leden: 1827 3339; V.d. Abeele: 1830 3700; 1841 7335; 1844 7700 (zie S. 333); 1850 8607; 1860 9175; 1870 11.620; 1875 11792; 1880 12058; 1890 12400; ±1894 10-15000; ±1900 ±8000; 1925 1618; 1930 1221; 1935 899. Na 1925 hebben leden alleen betrekking op de begrafenisafdeling. In 1925 had de ziekenfondsafdeling ±5082 verzekerden.

Bezit: 1876 34 certificaten NWS 2½%; 1886 48 idem (is ƒ36.000); 1925 ƒ62.349.

Beheer: 1845 leden betalen 65 cent voor de reglementen, voorts is er 1¼ cent wekelijkse aftrek en zij moeten voor iedere kwartaalrekening 10 cent betalen. In 1845 ontving de directeur over 1843/4 ƒ5000 inleg; ƒ2000 voor kwartaalrekeningen en ƒ400 voor reglementen; in totaal ƒ7400 of ƒ1850 voor iedere directeur. Deze berekening door de geneeskundige commissie moet met de nodige argwaan bekeken worden: zij wilden aantonen hoe slecht commerciële fondsen voor zowel de verzekerden als het medisch personeel waren. In 1892 controle van de rekening door de leden. Toen bestond er vrije artsenkeus bij toetreden tot het fonds.

Bijzonderheden: Van den Abeele veronderstelt, dat na een kritisch stuk in de Controleur in 1903 het fonds enkele jaren later in het AAZ is opgegaan. Bij de Verhoren stelt Van den Toorn, dat toen er geruchten waren, dat effecten weg zouden zijn, hij bij de controle van de rekening een overzicht van de effecten heeft geïntroduceerd. Introductie van een commissaris gecompliceerd, de artsen functioneren als Commissie van Toezicht. (Verhoren 610 ev). NMG-rapport, 454, meldt een reorganisatie per 1 juli 1901. Ipv financieel belanghebbende directie kwam er een Raad van Beheer bestaande uit 4 artsen en 3 apothekers. Het reservefonds bedroeg rond 1901 ƒ32000.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 333, 19 juni 1821-?, Sociëteit van Voorzorg; S. 797 Nieuwe Sociëteit van Voorzorg, ±1870-1937 NV Maatschappij van Voorzorg*; Gemeenteverslag 1875, 340 en 1880, 372; Begrafenisrapport Nut, 131; Ziekenfondsrapport Nut, 182; enquête 1845; Verhoren 307-9; 610; Fondsenenquête, 225; departementale lijst; NMG-rapport, 454; Verslagen Verzekeringskamer; 1925, bijlage18, 39; Inventarisatie HiZ, 71 en 73, informatie in archief Nuts Ziekenfonds.