'Tot nut der maatschappij'
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | 'Tot nut der maatschappij' | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | 's-Gravenhage | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Aard | commercieel | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Datum | 1814-1941 (fusie) | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1814 | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Fusiedatum | 1941 | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Fusieresultaat | Utrecht | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekst | `Tot nut der maatschappij'. 1814-1941 naar de Utrecht (99007). Opgericht: 1 juli 1814. Opheffing: verlag Verzekeringskamer 1941. Geen goedkeuring aangevraagd ivm ziekenfondsenbesluit. Reglement, ingezonden 1852, z.j.; Van den Abeele: directiefonds. Volgens andere bronnen onderling. Voorzieningen: ziekengeld 1827 ƒ1,-, volgens reglement ƒ1,50 na 1 jaar lid (10 weken), enquête 1845 ƒ1,50 en voor gehuwde man ƒ3,-; medicijnen; arts (kraam uitgesloten); begrafenisgeld 1827 ƒ80, volgens reglement ƒ85 voor 18-35 jaar, bij oudere leeftijd aflopend met ƒ10 per 5 jaar van ƒ60 naar ƒ10; 1845 van ƒ10 tot 85. Extra bediening tegen betaling van 4 cent en afstand van ziekengeld. ±1892 id. als reglement, begrafenisgeld ƒ5,- hoger. Leden: 1827 1550; Van den Abeele 1830 1847; 1845 1600; 1850 1145; 1855 1024; 1860 982; 1870 890; 1875 828; 1880 761; 1891 1187; ±1894 1000-5000; 1925 1316; 1925 1930 1080; 1935 915; 1940 750; CBS 1936 2392 NB: 1925-1940 leden begrafenisverzekering. Bezit: 1925 ƒ36.575. Contributie: 13½ cent, 1845 idem; bij buitengewone ziekte mag een hogere contributie worden geheven. Beheer: 1845 voor reglement 75 cent, voor halfjaarlijkse rekening 10 cent. De directeur kreeg in 1891 ƒ600 per jaar. Bij Verhoren (773 ev) zegt directeur J.G. Liernur dat 1 cent per lid voor de directeur is, volgens hem ter dekking van mogelijke malversaties. `Het philanthropisch beginsel staat bovenaan' en later weer eens dat er geen winstbejag is. Geen ledenvergadering, maar leden krijgen jaarlijks wel een overzicht met de namen van hen die ziekengeld hebben getrokken of een begrafenisuitkering hebben gehad. Directeur vergadert ieder kwartaal met commissarissen. Liernur ook in NMG-rapport als directeur vermeld. Bijzonderheden: 1. Weduwe behoudt zonder contributiebetaling alle rechten. Men kan ook afzien van ziekengeld om ƒ10 meer begrafenisuitkering te krijgen. 2. Kinderen meeverzekerd voor medische hulp mits beide ouders lid zijn. 3. Er moet een behoorlijke burgerlijke begrafenis worden gegeven, anders wordt slechts de helft uitgekeerd. Bronnen: Armverslag 1827; S. 307, -bestond nog 1931; enquête 1845; Gemeenteverslag 1875, 340 en 1880, 372; Ziekenfondsrapport Nut, 185; Verhoren, 773; Fondsenenquête, 22; NMG-rapport, 639; departementale lijst; Verslagen Verzekeringskamer; 1925, bijlage 18, 43; CBS 1936. |