Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

'Tot aller welzijn, hulp in en na het leven'.

Gegegevens

Naam 'Tot aller welzijn, hulp in en na het leven'.
Plaats Rotterdam
Provincie Zuid-Holland
Aard commercieel
Datum 1838-1889 (fusie)
Jaar van oprichting 1838
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1889
Fusieresultaat Rotterdamsche Verzekeringssociëteit (RVS)
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Weduwegeld ja
Leden
Jaar Aantal
1839 380
1841 2264
1845 4934
1847 6700
1852 11496
1855 10137
1862 13228
1865 18966
1870 25662
1875 65829
1880 79687
Tekst

`Tot aller welzijn, hulp in en na het leven.' 1838-1889 Levensverzekeringsmaatschappij Rotterdamsche Sociëteiten - 1895 NV RVS-1968 Amfasgroep na samengaan met De Zeven Provinciën-1984 in Nationale Nederlanden.

Oprichting: 24 sept. 1838. Volgens J. Sierag (Rotterdams Jaarboekje) 255, was het in feite een samengaan van twee door Wijlacker in resp. 1838 en 1842 opgerichte fondsen. In de naam beide zinspreuken verenigd. `Hulp in en na het leven’ (1842) had bij de fusie 936 leden. In 1840 werd bovendien een geneeskundige sociëteit opgericht, waarvan een doctor de directie voerde. Vanaf 1850 reglement samengevoegd met Tot aller welzijn. (Sierag, 269-70). Advertentie in Nieuwe Rotterdamsche Courant 24-1-1844 dat `Hulp in en na het leven’ (1305 leden) wordt samengevoegd met `Tot aller Heil’ (2520 leden).

Reglement: herzien 1853. Het staat onder één directie met het in 1854 opgerichte `Tot voorzorg' (13475).

Werking: landelijk (randstad en Utrecht). Bij dienst 1852 gezegd, dat ziekte en kraamgelden alleen te Rotterdam worden genoten.

Voorzieningen: 1e afdeling begrafenis (naar 4 rangen en een extra rang) of als iemand buiten de stad overlijdt begrafenisgeld, geldelijke toelage en weduwegeld; 2e afdeling ziekengeld volgens reglement 1853 alleen voor leden van begrafenis of geneeskundige sociëteit wonend in Rotterdam en Delfshaven, man of vrouw te verzekeren tegen 1 cent premie ƒ0.50 uitkering, in 1e rang alleen mannen tegen 5 cent ƒ3,-; 3e afdeling geneeskundige hulp (inclusief verloskunde) en medicijnen. De geneeskundige afdeling staat uitsluitend onder de directeur-secretaris en `onder Toevoorzigt van het Geneeskundig Personeel'. Kinderen jonger dan 8 jaar mee verzekerd. De geneeskundige afdeling keert ook sterfgelden uit, ƒ10 na 1 jaar lid; ƒ40 na 20 jaar lidmaatschap. ±1892 bij overlijden naar 4 klassen ƒ45-75; weduwe 9 weken ƒ1-2,-; afdeling ziekenfonds opgericht in 1840 arts, medicijnen, heeft ook een fonds van toelaag; afdeling ziekengeld ƒ3,50.

Leden: Rotterdam en omgeving: 1852 2992 en 975 kinderen; 1855 7697; 1861 8266; 1865 10.048; 1870 11.737; 1875 15.546; 1880 20.636; ±1894 10-25.000.

Ledenaantal in totaal: 1839 380; 1841 2264; 1845 4934; 1847 6700 (Sierag, 276); opgave armverslag: 1852 11.496, waarvan 1954 kinderen; 1855 10.137; 1862 13.228; 1865 18.966; 1870 25.662; 1875 65.829; 1880 79.687.

Bezit: 1870 een achtste van ƒ55.600 bloot eigendom; ƒ41.800 certificaten nationale schuld; ƒ7000 op hypotheek en ƒ1768 in kas; 1875 idem; ƒ63.000 certificaten nationale schuld à 2½%; ƒ29.125 in hypotheken; ƒ11.000 in Boxtel-Wesel spoor, ƒ3444 contant; 1880 een achtste van bloot eigendom kapitaal op Grootboek à ƒ55.600, lening Antwerpen BFr. 10.000, onder hypothecair verband ƒ47.500 en ƒ136.469 verschillende beleggingen en contanten. Volgens Verzekeringsbode, maart 1886 bezaten de Verzekeringssociëteiten op 31 dec. 1885 een kapitaal van ƒ339.931

Directie: 1859 T. en K.J. Wijlacker; 1875 K.J. Wijlacker. Eveneens van Tot Voorzorg.

NB. Op het GAR is een eerste opgave aanwezig over 1843, vervolgens niet meer tot 1852. Het is waarschijnlijk, dat dit een van de tien fondsen was, die vanaf 1852 opgaven verstrekten.

Bijzonderheden: 1. Volgens het verhoor van Wijlacker door de Staatscommissie, 292, voor kind jonger dan 1 jaar slechts ƒ6,-. In 1863 zaak opnieuw ingericht en de uitkering op ƒ8,- gebracht. 2. Midden jaren veertig problemen agv vrije uitkering kinderen en de grote kindersterfte. Sierag, 289-293.

Bronnen: Armverslag 1852; S. 442, 24 sept. 1838, begrafenisfonds; S. 570, Begrafenis, zieken en geneeskundige sociëteit; S. 931, ±1880 reglement Verzekering Sociëteit; 1889 Levensverzekeringsmaatschappij. Reglement Verzekering Sociëteiten. Begrafenisrapport Nut, 285; Verzekeringsbode 1885, bijlage 10. Fondsenenquête, 293, inmiddels Verzekering-Sociëteit geheten; departementale lijst; Sierag, “Tot aller welzijn”.