Vierde begrafenisfonds 'Eendracht baart liefde'
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Vierde begrafenisfonds 'Eendracht baart liefde' | ||||||||||||
Plaats | Leiden | ||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||
Datum | 1769-1895 (laatste vermelding) | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1769 | ||||||||||||
Laatste vermelding | 1895 | ||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Vierde begrafenisfonds `Eendracht baart liefde'. 1769- Opgericht: 18 dec. 1769. Enquête 1812 idem. GAL: reglement 1769; gewijzigd reglement 1813; nieuw reglement 11 jan. 1841, hierop staat (onjuist) opgericht 1767. Wijziging goedgekeurd door B&W. Fonds dreigde ten onder te gaan. Nu vaste contributie en veel nieuwe leden. Contributieheffing in 1841 omgezet van een omslagstelsel als zich een lijk voordoet in vaste contributie, waarbij rekening gehouden wordt met sterftekansen en leeftijd. Verslagen 1894/5 (GAL). Voorziening: begrafenisgeld ƒ80; 1812 168Fr; reglement 1841: als het fonds bloeit kan de uitkering tot maximaal ƒ100 stijgen, als er veel sterfgevallen zijn kan de uitkering ook worden verlaagd. ±1892 7 leeftijdsklassen, uitkering ƒ80. Leden: reglementair 460, wat tot 1827 werd opgegeven, 1828 452; 1830 453; 1841 443 (19); 1850 574 (22); ±1890 500-1000; GAL 1895 179. Contributie: reglement 1769 en reglement 1813 20 cent per sterfgeval; 1812 42 cent en 1Fr56 entree. 1827 per sterfgeval; 1841 4 cent voor 16-20 jaar oplopend tot 10 cent bij ouder dan 50 jaar. Bezit: vaak geen financiële gegevens. In 1850 ƒ777 in kas en ƒ11000 effecten à 2½%. Bestuur: 1865 H.J.P.F. van Ewijk (nodiger ter begrafenis) en Z. Longepeer (zetter der directe belasting) maakten beiden in 1880 ook nog deel van het bestuur uit. D.A. Kelder (winkelier) was toen vervangen door F. Stokhuijzen (koopman/winkelier) en H.A. Reiche (apotheker) door C. Francken (eveneens apotheker). Bijzonderheden: bij conflict beslissen deken en hoofdlieden, als die er niet uitkomen de schepenen (1813 de maire). Reglement 1769 wie binnen de stad woont moet in persoon verschijnen, wie buiten doktersattest overleggen; reglement 1813 voor ieder doktersattest. Bronnen: Armverslag 1827; S. 232; Begrafenisrapport Nut, 198, opgericht 1767; Fondsenenquête, 314; enquête 1812; GAL, Stadsarchief. |