Luytersche of Luthersche beurs
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Luytersche of Luthersche beurs | ||||||||||||
Plaats | Leiden | ||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||
Datum | 1701-1860 | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1701 | ||||||||||||
Jaar van opheffing | 1860 | ||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Luytersche of Luthersche beurs. 1701-1860. GAL. Verzoek tot oprichting goedgekeurd 11 febr. 1701 (stadsarchief, Inv. 93, F. 190); Ampliatie 3 juli 1704; reglement 5 nov. 1716 (id. inv. 96, F. 93); vernieuwd reglement 1826; 1827; 1842 Gezindheid: reglement 1827 alle protestantse kerkgenootschappen. Opheffing: register van de beurzen, in 1860 met onderling goedkeuren van bestuur en leden gesupprimeerd. Voorziening: begrafenisgeld reglement 1701 ƒ10; reglement 1704, ƒ19, ƒ9,- voor vrouw; 1716 resp. ƒ25 en ƒ20; 1747 ƒ20; reglement 1827 ƒ40; ƒ30 voor zijn weduwe. Volgens reglement 1701 ziekengeld ƒ2,50, na ½ jaar ƒ1,50 (1 jaar totaal); als men door ouderdom de kost niet kan winnen gedurende 1 jaar ƒ1,25; reglement 1716 ziekengeld ƒ2,50 gedurende 1 jaar; reglement 1827 ziekengeld als ƒ700 bij kas is ƒ1,50; als ƒ800 ƒ2,- en ƒ2,50 bij ƒ900 (½ jaar). In 1827 geen ziekengeld uitgekeerd. Leden: reglement 1827 onbepaald; 1790 43 (10); 1827 62 (13); 1830 58 (13); 1840 95 (18); 1850 120 (21). Contributie: reglement 1701 bepaalt dat bij veel ziekte de contributie verhoogd mag worden; reglement 1827 10 cent, in december en januari geen contributie. Bezit: 1790 ƒ365. Na 1794 geen gegevens over het saldo meer. Bijzonderheden: als lid tot de armen is vervallen moet het bestuur voor de uitkering een behoorlijke begrafenis verzorgen. Bij overlijden van de man wordt volgens het reglement 1827 ƒ30 afgezonderd en in een afzonderlijke weduwekas beheerd voor uitbetaling bij overlijden weduwe. Weduwen voor wie al geld is afgezonderd behouden de oude uitkering van ƒ20 volgens reglement 1747. Op de jaarvergadering krijgen alle leden 50 cent, wie afwezig is 35 cent. Vergadering bestuur op Baaihal, waar kist bewaard wordt. Ziekengeld alleen op bewijs van arts. In het register van de beurzen ontbreken opgaven van deze beurs tussen 1794 en 1814. Bronnen: Armverslag 1827; Gemeente Archief Leiden; S. 85, Luytersche beurs, 1716-...1842-? |