Ziekensociƫteit 'Hulpvaardigheid'
Gegegevens |
|||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Ziekensociƫteit 'Hulpvaardigheid' | ||||||||||
Plaats | Rotterdam | ||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||
Datum | 1867 (eerste vermelding)-1879 | ||||||||||
Jaar van opheffing | 1879 | ||||||||||
Eerste vermelding | 1867 | ||||||||||
Bestaansduur | 10-20 jaar | ||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||
Leden |
|
||||||||||
Tekst | Ziekensociëteit `Hulpvaardigheid'.?-1879 in liquidatie. In Nota van Toelichting 1867 (eerste opgave) sprak de directie als haar oordeel uit, dat zij niet onder de missive van Binnenlandse Zaken behoorde, want geen instelling ter voorkoming van armoede. Desniettemin stuurde zij een aantal jaren de gevraagde gegevens in. Opheffing: voor het armverslag 1879 deelde de directeur mee, dat Hulpvaardigheid nog van zeer geringe betekenis was en het aantal leden voortdurend daalde. Ook deze sociëteit kon, net als de Bijenkorf (13261) dat hij ook beheerde, beschouwd worden als niet meer bestaand. Voorzieningen: genees- en heelkundige hulp en ƒ2,50 kraamgeld. Leden: 1867 231; 1874 190; 1875 130; 1879 30. Bestuur: 1875 alleen medische staf genoemd. P. de Groot, boekhouder; 1885 idem. P. de Groot werd in de Fondsenenquête ook genoemd als directeur van een Sociëteit tot ubo `Tot nut en voordeel', o: 1855 (1388). Bijzonderheden: in MvT 1874 wordt de situatie langzaam afnemend genoemd. Verwezen wordt naar uniform tarief, dat per 1 febr. 1874 in werking trad. Bij middelen ter verbetering werd aangedrongen op streng toezicht op de armbesturen `om geene gratis genees- en heelkundige hulp te verstrekken, waar zulks niet een gebiedende noodzakelijkheid is.' Bronnen:Armverslag 1867; Verzekeringsbode (1885) bijlage 10. |