Verzekeringsfondsen

Reglement tussen de respective schippers en potmakers. 1776-1926 *.

Opgericht: 4 febr. 1776. Reglement 1776.

Opheffing: in het Armverslag over 1874 gemeld, dat de Begrafenisbus is opgeheven `hebbende geen ander doel dan bij begrafenis elkander onderling bij te staan.' Bij het verslag wordt expliciet meegedeeld, dat het fonds in de loop van 1874 ontbonden is. Toch geeft de NEHA-publikatie archief tot 1926, terwijl ook het Begrafenisrapport van het Nut nog melding maakt van dit fonds. Volgens het Verslag van de Verzekeringskamer is het in 1926 opgeheven. Archief Markiezenhof, inv. 122 archief over 1820-1919.

Doelgroep: schippers en potmakers; beide groepen samengevoegd, omdat ieder op zich te klein is; het reglement wekt de indruk, dat het fonds ook voor knechts toegankelijk is, maar ook kan bedoeld zijn, dat men voor het vervullen van de draagplicht een beroep kan doen op de knechts.

Voorziening: begrafenisgeld ƒ40 en dragers.

Leden: 1827 24.

Contributie: 5 cent.

Bijzonderheden: de kinderen hebben ook recht op dragers (nl. door de zonen van de leden).

Bronnen: Armverslag 1827; S. 453, geeft begrafenis sociëteit van schippers, 1840-?; Begrafenisrapport Nut, 59; NEHA, 13.17, 1776-1926*. Archief Markiezenhof; Verslag Verzekeringskamer 1926; op de departementale lijst komt dit fonds niet voor, wel een begrafenisfonds van pottenbakkersknechts, een begrafenissociëteit van meesterpottenbakkers, een potmakersvereniging St. Barbara en een schipperssociëteit.