'Wij leven om te zorgen'.
Gegegevens |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | 'Wij leven om te zorgen'. | ||||||||||||||
Plaats | Rotterdam | ||||||||||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||||||||||
Aard | commercieel | ||||||||||||||
Datum | 1844-1924 (fusie) | ||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1844 | ||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||
Fusiedatum | 1924 | ||||||||||||||
Fusieresultaat | Algemene Levensverzekeringsbank | ||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||
Tekst | Begrafenissociëteit `Wij leven om te zorgen'. 1844-1924 opgelost in Algemene Levensverzekeringsbank*. Oprichting: 1 maart 1844. Ernaast kwam een ziekensociëteit (13524) met dezelfde zinspreuk, maar afzonderlijk geadministreerd. In Arbeidsenquête wordt gezegd, dat Arie Monté de oprichter was. Fusie: volgens S. 508 opgelost in Algemene Levensverzekeringsbank. Voorzieningen: begrafenis verzorgd door de sociëteit of als de familie zich daarmee belast een uitkering in geld. Opgesplitst in 3 afdelingen; ±1892 (volgens reglement 1874 en 1881) arts, medicijnen; toelaagfonds tegen 1 cent extra contributie ƒ5-25 bij overlijden; begrafenisfonds: begrafenis naar vier rangen en extra rang, desgewenst uitkering; kinderen jonger dan 10 jaar vrije begrafenis. Leden begrafenissociëteit 1852 689; 1855 1144; 1865 1988; 1870 2389; 1875 3423; 1880 4215. Directie: 1853 W. Kleij secretaris; A. Monté directeur; H.P.J. Wijlacker mededirecteur; 1854 idem; 1859 F. Burcksen, W. Kleij; 1885 idem; een F. Burcksen ttv NMG-rapport directeur. Bronnen: Armverslag 1852; S. 508, geeft alleen begrafenisvoorziening, 1844-1924 opgelost in Algemene Levensverzekeringsbank. Verzekeringsbode (1885) no. 4 en bijlage 10; Fondsenenquête, 291 en 291a; Verhoren, 60 (585); NB. Fondsenenquête 260 maakt melding van een gelijknamige sociëteit, opgericht in 1860, geen begrafenisuitkering. |