Verzekeringsfondsen

Nieuwe Begrafenissociëteit. 1827-

Reglement 1 jan. 1827; contributiebetaling gaat in op 1-1-1827.

Opheffing: onduidelijk, op basis van beschikbare gegevens moet dat in 1862 of 1867 zijn geweest.

Voorziening: vanaf 1 jan. 1827 begrafenisgeld ƒ20 of meer, waartoe de sociëteit bij voldoende geld kan besluiten. Voorts doodkleed en mantels vrij, dragers. Voor kinderen vrij kleed en mantels.

Leden: 1827 28 werkende leden.

Bijzonderheden: ledenaantal onbepaald; verbod andere dragers te nemen `omdat er geen onderscheid van staat of Rang van vermogend of onvermogend plaats zou hebben'. Als er minder dan ƒ20 in kas is, mag de president de contributie verhogen.

Opname in statistiek: in 1833 wordt een nieuw fonds opgegeven met de vermelding, dat het ging om de nieuwe begrafenissociëteit. De veronderstelling lijkt gerechtvaardigd, dat het deze sociëteit betrof, die eerder weigerachtig was geweest of dat er tijdelijk moeilijkheden waren geweest en er een reorganisatie had plaatsgevonden. Ook later wordt deze wel genoemd als weigerachtig, zonder uit de telling te verdwijnen. Dat zou betekenen, dat er in 1832 ook geen fonds verdwenen is. S. 414 geeft Begrafenissociëteit, 1834-opheffing onbekend.

Bronnen: Armverslag 1827-1862.