Verzekeringsfondsen

Leijdsche Maagd. 1709-1830.

GAL: reglement 1709, gedrukt 1757, ampl 1711, 1724 en 1757. Opgericht 18 april 1709 door vier burgers. (stadsarchief, inv. 98, F. 233); enquête 1812, idem.

Opheffing: in het register van de beurzen laatste opgave over 1829 en aantekening dat de beurs in 1830 is vernietigd.

Gezindheid: gereformeerd.

Voorziening: volgens reglement 1709 ziekengeld ƒ3,-, tweede half jaar ƒ1,50; reglement 1757 ziekengeld ƒ3,-; uit verzoek nav van door de overheid voorgestelde reglementswijziging blijkt, dat ziekengeld pas wordt uitgekeerd als ƒ600 bij kas is; 1812 ziekengeld 1e week 3Fr15, ½ jaar 6Fr30, erna 3Fr15 (totaal 1 jaar); Begrafenisgeld 1709 ƒ20, reglement 1757 ƒ28, voor weduwe ƒ24 waarbij aangetekend is nu ook ƒ28; 1812 58Fr80; 1827 ƒ36; reglement 1709 waken.

Leden: reglementair maximum 80. 1790 46 (17); 1800 58 (13); 1809 50 (16); 1820 36 (14); 1827 25 (11); 1829 25 (9).

Contributie: 1709 en 1757 10 cent, als de nood het eist mogen hoofdlieden hoger bedrag vaststellen. Bij ieder sterfgeval 20 cent; 1812 10Fr92 en 2Fr83 entree.

Bezit: 1790 ƒ518; 1800 ƒ486; 1809 ƒ406; 1820 ƒ300; 1829 ƒ338.

Bijzonderheden: bij twijfel aan ziekte mogen de hoofdlieden op kosten van de beurs de dokter laten komen; toch staat in ander artikel recht op ziekengeld als iemand naar het oordeel van de dokter niet kan werken; verbod dubbellidmaatschap; op de jaarlijkse bijeenkomst moet iedereen, aanwezig of niet, 20 cent betalen voor bier.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 73, 1709- ; enquête 1812; GAL, Stadsarchief.