Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Gereformeerd gestreept baaiwerkersbeurs

Gegegevens

Naam Gereformeerd gestreept baaiwerkersbeurs
Plaats Leiden
Provincie Zuid-Holland
Aard werklieden
Datum 1740-1905
Jaar van oprichting 1740
Jaar van opheffing 1905
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1790 75
1800 113
1811 139
1812 80
1820 136
1827 211
1830 251
1840 415
1850 420
Tekst

Gereformeerd gestreept baaiwerkersbeurs. 1740-1905

Oprichting: GAL reglement 18 aug. 1740; nader 1816; 1833; 1842; 1861; 1871; volgens S. 1 ±1550; enquête 1812 noemt als oprichtingsdatum 10 aug. 1740.

Opheffing: tijdens de verhoren van de Staatscommissie deelt een arbeider mee, dat de bus op springen staat. Nieuwe Tilburgsche Courant 17.10.1905 meldt dat het fonds kort geleden is ontbonden. Gebrek aan leden doordat er alternatieven zijn in vakverenigingen en commerciële fondsen.

Gezindheid: gereformeerd.

Voorzieningen: ziekengeld volgens reglement 1740 variërend naar de stand van de kas ƒ1,50 tot ƒ2,50. Zolang er geen ƒ500 in kas is geen ziekengeld; 1812 ziekengeld 3Fr15; begrafenis 46Fr.20; reglement 1861 ziekengeld ƒ1,50 en tweede half jaar ƒ0.75; in 1891 slechts ziekengeld voor ½ jaar gemeld, nog steeds ƒ1,50; Begrafenisgeld reglement 1740 ƒ22, de beurs zorgt voor bier en koekjes; in 1827 ƒ40; reglement 1861 ƒ28 begrafenisgeld.

Leden: reglementair maximum 80. 1790 75 (27); 1800 113 (28); 1811 139 (20); 1812 80 (NB is reglementair max!); 1820 136 (24); 1827 211 (27); 1830 251 (30); 1840 415 (45); 1850 420 (61); ±1890 en ±1894 100-500 leden.

Contributie: reglement 1740 10 cent; 1812 11Fr42 en entree 21 cent; 1861 10 cent; bij een lijk 5 cent.

Bezit: 1790 ƒ631; 1800 ƒ625; 1811 ƒ838; 1820 ƒ1389; 1830 ƒ2266; 1840 ƒ4649; 1850 ƒ4828. Volgens de inleiding van het reglement van 1861 heeft het fonds een waarborgkapitaal van ±ƒ4000, waarvan ƒ3000 in effecten.

Bijzonderheden: het reglement 1740 bepaalde dat men ziekengeld moest aannemen; wie het niet nodig heeft kan het weggeven; bij conflict bemiddelt de stad; beurslid mag niet in een gemeengraf, maar moet `op het bolwerk in een graf alleen' worden begraven. Volgens het reglement van 1861 werd ziekengeld op doktersattest gegeven. Het bestuur mocht de zieke door een arts laten controleren.

Directie: 1880 I. du Croix (kantoorbediende); H. van Leeuwen (korsettenmaker); J.H. Cartier (timmerman) en J. Kromwijk (nodiger ter begrafenis).

Bronnen: Armverslag 1827; S. 1, ± 1550-?1880; enquête 1812; Begrafenisrapport Nut, 200; Ziekenfondsrapport Nut, 322; Reglement op IISG 1884; Verzekeringsbode 1885, bijlage 10; Verhoren Leiden, 108; departementale lijst.