Verzekeringsfondsen

Gereformeerde lakenwerkersbeurs. 1668-1848.

GAL. Volgens de vernieuwde ordonnantie van 1828 opgericht in 1668; eerste verwijzing in de gerechtelijke dagboeken 1686, toen verzocht werd het ledental tot 50 te mogen beperken. (Stadsarchief, inv. 89, F. 58). Reglement 1781 en 1828. Volgens de enquête uit 1812 15 sept. 1667 opgericht.

Gezindheid: gereformeerd.

Doelgroep: reglement 1781 lakenwerkers en andere wevers.

Opheffing: In register vermeld gesupprimeerd 16 aug. 1848. De lijst van verdeling der gelden is gedateerd 28 aug. 1848. De mannen kregen ƒ12,40, de weduwen de helft.

Voorziening: volgens titel reglement ziekengeld, bedrag afhankelijk van de stand van de kas, minimaal ƒ1,50, maximaal ƒ3,- bij ƒ1000 in kas (½ jaar, erna nog een ½ jaar half geld); waken; begrafenisgeld volgens het reglement 1781 ƒ38; 1812 ziekengeld 1e week 3Fr15, erna 6Fr30; 79Fr80 begrafenis; in 1827 werd alleen ƒ27 begrafenisgeld uitgekeerd.

Leden: reglementair maximum 1781 80; 1790 85 (12); 1800 83 (12); 1811 88 (22); 1820 88 (30); 1827 71 (28); 1830 69 (24); 1840 45 (20); 1847 11 (12).

Contributie: reglement 1781 10 cent en bij een sterfgeval 10 cent. 1812 11Fr42 en 63 cent entree.

Bezit: 1790 ƒ770; 1800 ƒ481; 1811 ƒ703; 1820 ƒ510; 1830 ƒ506; 1840 ƒ466; 1847 ƒ210.

Bijzonderheden: reglement 1781 bepaalt dat voortaan niemand ook in een andere beurs mag; hoofdlieden controleren de zieke; op het blazoen de afbeelding van een lakengetouw.

Bronnen: Armverslag 1827; Enquête 1812; GAL, stadsarchief.