Huistimmermansbos
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Huistimmermansbos | ||||
Plaats | Zaandam | ||||
Provincie | Noord-Holland | ||||
Aard | werklieden | ||||
Datum | 1721 (eerste vermelding)-1860 (laatste vermelding) | ||||
Eerste vermelding | 1721 | ||||
Laatste vermelding | 1860 | ||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Huistimmermansbos. ?-1721- Reglement 8 juli 1792, vervangt contract van 26 febr. 1730. Volgens Lootsma, 214/59 wordt deze bos al op 8 nov. 1721 vermeld. Het is onduidelijk of dit het oprichtingsjaar is. In een acte uit 1764 bij notaris H. Ploegstra wordt opnieuw van deze bos melding gemaakt. De opgave voor het Armverslag bewijst dat het om twee verschillende fondsen - huistimmermans- en scheepstimmermansbos - ging, een gegeven waarover Lootsma twijfelde. Doelgroep: huistimmerlieden en ongehuwden hebben voorrang. Voorziening: begrafenisgeld ƒ42,50 als bezit ƒ1500 is; ƒ40 bij ƒ1000 en ƒ35 bij ƒ700. Als er meer in kas is dan ƒ1500 wordt er uitdeling gehouden. Leden: 1827 112, wat tevens het reglementair maximum is. Contributie: 5 cent. Bijzonderheden: het nieuwe reglement impliceert een stijging van het begrafenisgeld, want bepaald werd dat de weduwen houden waarvoor zij zijn opgetekend; nieuwe weduwen volgens het reglement Het gerecht Banne Oostzaan kreeg bemiddeling in conflict opgedragen. De Bos nam geen zwangere vrouwen aan; die konden pas lid worden na hun kerkgang. Bezit: als men zich aan de reglementaire bepaling hield moet in 1827 een bezit van ƒ1000 à 1500 aanwezig geweest zijn. Bronnen: Armverslag 1827-1860; Lootsma. |