Nederlandsche Onderlinge Begrafenis of waarborg maatschappij Vanaf 1903 Nederlandsche Algemeene onderlinge Verz. Maatschappij
Gegegevens |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Nederlandsche Onderlinge Begrafenis of waarborg maatschappij Vanaf 1903 Nederlandsche Algemeene onderlinge Verz. Maatschappij | ||||||
Plaats | 's-Gravenhage | ||||||
Provincie | Zuid-Holland | ||||||
Aard | commercieel | ||||||
Datum | 1844-1918 (fusie) | ||||||
Jaar van oprichting | 1844 | ||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||
Fusiedatum | 1918 | ||||||
Fusieresultaat | Holland | ||||||
Splitsingsdatum | 1881 | ||||||
Resultaat van splitsing | er bestaan sinds dat jaar 2 gelijknamige fondsen (1527) | ||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||
Leden |
|
||||||
Tekst | Nederlandsche Onderlinge Begrafenis of waarborg maatschappij 1844-1903 Nederlandsche Algemene Onderlinge Verzekering Maatschappij-1918 opgelost in `Holland'. Onderlinge. Directie: 1844 H. Meurs (boekhouder), J.F. van Son en J.F. Deijkerhoff, beiden fabrikant. Wiebes Leemans, Geschiedenis, 25 vermeldt dat in 1881 deze maatschappij werd overgenomen door P.M. Saraber voor ƒ4000. Er was geen reserve gevormd. 1903 rechtstoestand veranderd en naamswijziging. Deykerhoff, de oprichter, bleef de Nederlandsche Algemene Waarborgmaatschappij beheren. Volgens het Verhoor van Saraber door de Staatscommissie was er toen hij het fonds overnam geen reservekapitaal en heeft hij zelf ƒ4000 gestort. Reservekas 1891 18 à 19.000. Volgens de Fondsenenquête 212 exploiteerde Deykerhoff nog steeds een begrafenisverzekering onder een iets gewijzigde naam. Voorzieningen: ±1892 begrafenisgeld in 's Gravenhage en Scheveningen keus tussen bediening en uitkering; elders ƒ50-150 naar 5 klassen. Leden: 1881 10.000; 1892 9.000. S. 517, 30 aug., 15v; S. geeft tevens 513, maar zonder datum, wel zelfde jaar en naam. Er van uitgegaan dat het hetzelfde fonds is of moet op grond van Wiebes geconcludeerd worden, dat er een splitsing heeft plaatsgevonden in 1881? Voortzetting onder nr 1176 van 513, hoewel hij ook 517 in 1903 laat wijzigen. Dat is niet waarschijnlijk op basis van de gegevens uit de Fondsenenquête. De maatschappij, waarvoor zij in 1844 koninklijke goedkeuring verkregen was volgens provincie door gebrek aan belangstelling nooit opgericht (KB 24 mei 1844, 65; BiZa, 7e afdeling 15 jan. 1862, 73 mededeling provincie). Het bewijst dat de politiek van Kosmos en de Levensverzekeringsbank tegelijkertijd een begrafenisfonds en een levensverzekering te starten al eerder in de praktijk werd gebracht. Bronnen: NA, Armwezen 1832-1878, inv. 545, 1 april 1843, 175; 809, 25 sept. 1847, 192; S. 517, 30 aug., 15v; S. 513; Fondsenenquête, 211en 212; Begrafenisrapport Nut, 124; S. 513, 15v; S. 1176; Verhoren, 337/38. Wiebes Jaarcijfers 1908/13, geeft slechts 1 maatschappij van die naam. |