Onderlinge maatschappij voor de belangen van kinderen
Gegegevens |
|
---|---|
Naam | Onderlinge maatschappij voor de belangen van kinderen |
Plaats | 's-Gravenhage |
Provincie | Zuid-Holland |
Aard | commercieel |
Verzekering op het leven | wezenfonds |
Datum | 1837-1848 |
Jaar van oprichting | 1837 |
Jaar van opheffing | 1848 |
Bestaansduur | 10-20 jaar |
Lijfrente | ja |
Tekst | Onderlinge Maatschappij voor de belangen van kinderen. 1837-1848. Opgericht door H.L. Troost, procureur rechtbank, M. Eyssel, procureur hooggerechtshof; J. Vintcent, controleur kadaster, waar de maatschappij kantoor zal houden. Goedkeuring in kader van KB 1830 aangevraagd in 1836. Gaat van start 1 jan. 1837. Gaat om een geldbelegging tbv kinderen. Mening van Binnenlandse Zaken: het valt niet onder KB. Conform besloten. Nav het KB 1845 met andere bepalingen doen zij nogmaals een verzoek in de hoop een aanbeveling te verkrijgen. Lobatto neigt tot een positief advies. Doel is kinderen een uitkering van ƒ25 per aandeel te geven van het 7e tot het 14e jaar, wie op 18e jaar nog in leven is deelt in de verdeling van het kapitaal. Kan nooit tot klachten leiden over niet nakomen van de verplichting/toezegging. Heeft alleen nog wat vragen op onderdelen. Voordat deze behandeld zijn wordt door Troost meegedeeld, dat de maatschappij is opgeheven en geliquideerd (10 mei 1848). Op de vergadering van 26 jan. 1847 was al besloten dat de uitkeringen verlaagd moesten worden vanwege de daling van de rente op de staatsschuld. Bronnen: S. 435, 1 febr. 1837-?, 15v; NA, Armwezen 1832-1878, inv. 200, 10 aug. 1836, 67; inv. 202, 27 aug. 1836; inv. 204, 15 sept. 1836, 60; inv. 709, 14 mrt 1846, 104; inv. 734, 12 aug. 1846, 63; inv. 848, 10 mei 1848, 97; Kabinet des Konings, inv. 989, 24 dec. 1850, 49 in een dossier over een Utrechts Weduwenfonds. |