Verzekeringsfondsen

Algemeen Pensioenfonds voor den gehuwden en ongehuwden stand `Zonder eigenbelang'. 1844-

Nutsfonds; Onderling;

Goedkeuring: KB 1830. Eerste aanvraag ingediend in 1829. Mag op grond van KB 1840 van start gaan, mits 250 deelnemers worden verworven. Dat kostte grote moeite. Eerst komt er een verzoek om al bij 50 leden te mogen starten. Vervolgens in 1842 reglementen gewijzigd zodat ook deelname voor ƒ25-75 mogelijk werd. 1847 weer reglementswijziging mbt verzekerde bedragen. In 1843 waren er nog steeds onvoldoende leden. In juli 1844 treedt het fonds in werking, maar het ledental daalt in 1845 met ±80. 41 leden van de laagste klassen bedankten (meestal door hun vrouw aangemeld). Daarnaast werden 18 leden vanwege wanbetaling geroyeerd. De Burgemeester schreef deze ontwikkeling toe aan de invloed van de begrafenisfondsen met hun vrije uitkering. In 1848 weer wijziging van de reglementen.

Laatste vermelding: 16 maart 1867 wordt er volgens de index informatie gestuurd over dit fonds. Het stuk ontbreekt. In de index aangetekend `gecolligeerd'. De Verzekeringsbode (1886/7) 190 maakt melding van reglementswijziging en koninklijke goedkeuring daarop.

Directeur: J. Verwoert, soms te lezen als Van Waert.

Leden: 1845 143 (geen weduwen)

Bezit: 1845 ƒ2790.

Bronnen: NA, Armwezen 1832-1878, oa. inv. 454, 31 juli 1841, 116; inv. 727, 10 juli 1846, 92; inv. 1620, 1 maart 1862, 124; Staatssecretarie inv. 102, 21 mei 1842; inv. 442, 28 sept. 1847, 90; Wiebes Leemans, Geschiedenis, 22 onder in 1882 niet meer bestaand; S. 471 en S. 491 betreffen hetzelfde fonds, opheffing onbekend.